In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Dinsdag 5 April
LOB Vaktheorie
Pauze
Rekenen (facet oefenen)
Pauze
Burgerschap
Lezen LOB gesprekjes: Karn + Hussam
Slide 1 - Tekstslide
LOB
Stage - uren: Maart (Avin+Yosan ingeleverd)
Tussenmeting: Hussam
Inschrijven niveau 2: Hussam, Ahmad, Bethelihem
Herkansing examen rekenen
Cijfers spreken/gesprekken
Efteling
Slide 2 - Tekstslide
Herkansing examen rekenen
Donderdag 7 april 9:00 Lokaal: oe1205 Waar? Onderwijsboulevard 3
8:40 bij de ingang van school verzamelen 8:45 lopen we naar het lokaal.
Schoolpasje en een pen meenemen!
Na het examen terug naar school voor de les!! 11:45 op school terug
Slide 3 - Tekstslide
Cijfers spreken/gesprekken
Slide 4 - Tekstslide
Efteling
Donderdag 19 mei
Herkansing lezen/luisteren is deze dag ook om 9:00 uur
Wie wil nog herkansen? Gemiddelde cijfer Nederlands?
Ahmad MOET!! Samuel Otieno?
Slide 5 - Tekstslide
Ieder gaat naar zijn eigen lokaal!
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen
1. Ga naar google
2. Typ Facet rekenen in
3. Typ 2a óf 2f in bij examen-/toetsnaam
4. Klik op MBO rekenen voorbeeldexamen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Burgerschap
Thema 6 Media:
Les 1 Communicatie en media
Blz. 198
Slide 10 - Tekstslide
Vorige les
We hebben het gehad over:
- Startopdracht --> telefoon gebruik
Slide 11 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
- Je leert wat communicatie is.
- Je leert wat media zijn.
- Je krijgt inzicht in je eigen mediagebruik.
Slide 12 - Tekstslide
Communicatie en media
Communicatie = het uitwisselen van informatie.
Media = middelen om informatie mee over te brengen.
Waarvoor gebruik je deze media?
Bijvoorbeeld: contact met vrienden, informatie krijgen, ontspanning
Slide 13 - Tekstslide
Sociale media
Sociale media = online media waarmee gebruikers onderling informatie uitwisselen.
Welke sociale media gebruik jij?
Hoeveel uur per dag denk je dat je achter een scherm zit?
Slide 14 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van communicatie?
A
een whatsapp versturen
B
een foto maken van je huisdier
C
een vlog plaatsen op YouTube
Slide 15 - Quizvraag
Welke zin over media past bij deze uitspraak?
A
Je kunt media gebruiken voor verschillende doelen.
B
Je moet kritisch omgaan met media.
C
Je kunt met media veel mensen tegelijkertijd bereiken.
Slide 16 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van Sociale media
Slide 17 - Open vraag
Wat zijn kenmerken van sociale media? Sociale media zijn media …
A
Waarmee je kunt reageren op anderen.
B
Waarmee je zelf berichten kunt verspreiden.
C
Waarop de informatie van één kant komt.
D
Waarop je alles mag zeggen.
Slide 18 - Quizvraag
Welk woord hoort er onder de grijze balk te staan?
A
Digitale media
B
Nieuwsmedia
C
Sociale media
Slide 19 - Quizvraag
Van welk medium kan Monika het beste gebruikmaken?
A
een krant
B
een website
C
een tv-omroep
Slide 20 - Quizvraag
Opdracht 1
Situatie: Je hebt je verslapen en zult veel te laat op je werk komen. Je hebt deze ochtend een belangrijke taak die een collega nu zal moeten overnemen. Je moet je baas en je collega dit laten weten.