Sondevoeding toedienen

Sondevoeding toedienen
Leerjaar 2-P2-Week 4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sondevoeding toedienen
Leerjaar 2-P2-Week 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het programma
  • Leerdoelen
  • Sondevoeding toedienen
  • Groepswerk
  • Vooruitblik/Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Student,
-kent de verschillende soorten sondevoeding en weet welke soort gebuikt wordt in welke situatie op correct wijze sondevoeding toedienen en voedingspomp bedienen.
-Beschrijft in eigen woorden wat de indicaties zijn voor sondevoeding
-Benoemt wat continue sondevoeding inhoudt
-Benoemt wat sondevoeding in porties inhoudt
-Benoemt de verschillende systemen waardoor sondevoeding wordt toegediend via PEG sonde ( Micky button, Peg_J sonde)
-Benoemt de indicatie, contra-indicatie en specifieke aandachtspunten bij het geven van sondevoeding

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten soorten sondevoeding?
Tekst

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen
- enteraal: via het maag-darmstelsel 


- parenteraal: buiten het maag-darmstelsel 


-topisch = 
via de huid en alleen lokaal/plaatselijk
 


Injectie               insufflatie
infuus                 sublinguaal
transdermaal

Cutaan                oogdruppels
inhalatie             nasaal
klysma                 vaginaal

oraal
maag-of duodenale sonde
rectaal

Slide 5 - Tekstslide

Entereraal
oraal (via de mond), veel geneesmiddelen zoals tabletten, capsules of druppels.
maag- of duodenale sonde, veel geneesmiddelen en sondevoeding.
rectaal (via de anus), verschillende soorten geneesmiddelen, als zetpil of klysma.

parenteraal
injectie (subcutaan, intradermaal, intramusculair)
infuus (intraveneus) in de aders.
transdermaal (fentanylpleister)
Insufflatie (nasaal)
Sublinguaal (pilletje onder de tong, nitroglycerine)

Topisch
cutaan (op de huid), bijvoorbeeld allergietest, plaatselijke verdoving.
inhalatie, bijvoorbeeld astmamedicatie.
klysma, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof.
oogdruppels.
oordruppels.
nasaal (in de neus)
vaginaal (in de vagina), oestrogenen, antibacteriële middelen.
Wat is sondevoeding?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding is dunne, kant-en-klare en volwaardige vloeibare voeding. Het bevat alle noodzakelijke voedingsstoffen, zoals energie, koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen en water.

Via een flexibel slangetje – de voedingssonde – wordt de voeding in het maag-darmkanaal gebracht. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren van sondevoeding
  • Neus-maagsonde (soorten)
  • PEG sonde
  • PEJ sonde


  • Spuit: bolus 
  • Systeem: continue of intermitterend

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nasogastrische sonde (NG-sonde)
Acute situaties waar snel voedingsondersteuning nodig is
Gastrostomie sonde (PEG-sonde)
Chronische aandoeningen die langdurige voedingsondersteuning vereisen
Jejunostomie sonde (J-sonde)
Postoperatieve situaties waar de maag niet gebruikt kan worden

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding
De soorten sondevoeding zijn op 2 manieren te onderscheiden:

  • vorm van voedingsstoffen (poeder en vloistof)
  • samenstelling, zoals hoeveelheid energie, eiwit of vitamines en mineralen

De voedingsstoffen in de sondevoeding kunnen in groot moleculaire vorm en in klein moleculaire vorm voorkomen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties sondevoeding?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties sondevoeding
  • chronische darmaandoening
  • slikproblemen
  • neurologische aandoening
  • coma
  • zorgvrager die weigert te eten
  • verminderde eetlust door bv ziekte

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra-indicaties voor sondevoeding
In een aantal situaties mag je geen sondevoeding toedienen:​

  • bij retentie van sondevoeding in het maag-darmstelsel;​
  • bij zorgvragers die hierover niet zelf kunnen beslissen en bij wie het nut van voeding geven ethisch in twijfel getrokken kan worden;​
  • bij orgaan falen;​
  • bij mechanische obstructie, fistels of perforaties in het maag-darmkanaal;​
  • bij ernstige ontsteking van de oesophagus (slokdarm).​




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswijzen
Bij een continu voedingspatroon wordt de sondevoeding druppelsgewijs gedurende 24 uur toegediend.
Afhankelijk van de hoeveelheid sondevoeding die patient  nodig hebt, kan er een rustpauze worden ingelast.

Bij een intermittent voedingspatroon krijgt u gedurende een deel van de dag sondevoeding druppelsgewijs toegediend. Dat kan ook ’s nachts indien u sondevoeding als aanvulling krijgt. Als patient de ondervoeding ‘s nachts krijgt, wordt het systeem overdag afgekoppeld en de sonde afgesloten.

Bij de portietoediening, ook wel ’per bolus’ genoemd, krijgt patient  een bepaalde hoeveelheid sondevoeding toegediend op meerdere momenten per dag via een spuit of voedingspomp.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding
Dhr. Hoog krijgt 600 ml continue sondevoeding in 12 uur tijd toegediend via een volume gestuurde pomp. 
Op hoeveel ml per uur stel jij de pomp in?





Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding
Mw. Laag krijgt 2500 ml continue sondevoeding via de druppel gestuurde pomp. 6 x per dag moet de pomp 30 minuten stilstaan in verband met medicatie. 
Op hoeveel druppels per minuut stel jij de pomp in?





Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldsom volumegestuurde pomp
Dhr. Lente krijgt continue sondevoeding in verband met ondervoeding. Hij krijgt 3000 ml per 24 uur via een volumegestuurde pomp. Op hoeveel ml per uur stel jij de pomp in?
Aantal ml PER PORTIE : aantal uur toe te dienen = ml per uur
Het is 1 grote portie van 3000ml. 
3000 ml : 24 uur = 125 ml per uur 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video fragment 
skilsonline
https://www.youtube.com/watch?v=2xdt-O2iUCU

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies