In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programma
Uitleg en maken paragraaf 7.7
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 7
Ik kan verschillende ondernemingsvormen noemen
Ik kan de verschillen tussen de ondernemingsvormen benoemen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Ondernemingsvormen
eenmanszaak
zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
vennootschap onder firma (vof)
besloten vennootschap (bv)
naamloze vennootschap (nv)
stichting
Slide 4 - Tekstslide
Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft.
De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
Slide 5 - Tekstslide
Zzp-er
Iemand die werkt zelfstandig, heeft dus een eigen onderneming.
Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.
Slide 6 - Tekstslide
V.o.f.
Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.
Slide 7 - Tekstslide
kenmerken eenmanszaak en v.o.f.
Voor de eigenaren van een eenmanszaak en v.o.f. is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen.
Bij verlies zijn de eigenaren ook privé aansprakelijk.
Slide 8 - Tekstslide
BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.
Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald.
De aandeelhouders krijgen dividend als er winst gemaakt wordt.
Slide 9 - Tekstslide
Stichting
Een stichting is een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Vaak ontvangen ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Winst mag niet gehouden worden, dit moet besteed worden t.b.v. het doel van de stichting.
Slide 10 - Tekstslide
Afsluitend filmpje
Ondernemer in de sociale media...
big business
Slide 11 - Tekstslide
https:
Slide 12 - Link
Slide 13 - Video
Huiswerk
Maken paragraaf 7.7
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 7
Ik kan verschillende ondernemingsvormen noemen
Ik kan de verschillen tussen de ondernemingsvormen benoemen
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
In groepen van 4 personen maak je een samenvatting van de verschillende ondernemingsvormen