M4: herhaling - H3 + H4

Welkom in de geschiedenisles!

Herhaling H3 + H4
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Herhaling H3 + H4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basiskennis
  • Om je examens goed te kunnen maken heb je basiskennis nodig over: begrippen, jaartallen, personen en gebeurtenissen 

  • Vervolgens geef je met behulp van deze kennis en de vaardigheden antwoord op toetsen/bron vragen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BAC methode
B = basis
  • Kijk naar de informatie uit de vraag --> onderstreep de jaartallen, begrippen, personen, gebeurtenissen die je hebt geleerd. 
Stel de vraag: Wat vragen ze van je?

A = antwoord formuleren
Hoe moet je antwoord geven? (antwoordstructuren of een doe het zo?)

C= check
Lees de vraag nog eens goed door en check of het antwoord reeds op papier staat.
Dus ... check of je antwoord voldoet; juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





  • C

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





  • Twee voorbeelden van totalitaire samenlevingen zijn, Twee van de volgende: de Sovjet-Unie, nazi-Duitsland en Italië onder Mussolini.
  • Drie kenmerken van totalitarisme zijn, Drie van de volgende: terreur, indoctrinatie, censuur, propaganda, dictatuur/geen democratie, gelijkschakeling.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies






  • Deze foto is gemaakt voor Hitler aan de macht kwam, want de enorme inflatie (waarvan je op de foto een voorbeeld ziet) hoort bij de jaren twintig en Hitler kwam in de jaren dertig aan de macht.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Voorbeelden van goede antwoorden:
  1. de straffen die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog kreeg, zijn een oorzaak.
  2. Dat mensen in Duitsland heel moeilijk producten konden kopen die ze nodig hadden, is een gevolg (want door de snel dalende geldwaarde was een ontvangen salaris al snel niets meer waard.
  3. Ook oorzaken en gevolgen op de lange termijn mogen worden goedgekeurd: de Eerste Wereldoorlog (oorzaak) en het Dawesplan (gevolg).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies








  • Toen de Tweede Wereldoorlog begon, was Hitler al zes jaar aan de macht. In die tijd waren Duitse joden sterk gediscrimineerd / werden de media door de nazi’s gecontroleerd, waardoor Duitse joden een oproep als deze niet konden doen (als ze het al zouden willen).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Voorbeelden van goede antwoorden:
  • hij leidde geen totalitaire samenleving, de andere drie wel.
  • hij leidde een democratie, de andere drie niet.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





  • Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd heel lang op dezelfde plek gevochten. Met de nieuwe tactiek, de blitzkrieg, moest juist zo snel mogelijk zoveel mogelijk land worden veroverd.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





  • (De Nederlandse koningin) Wilhelmina.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







  • Deze gebeurtenis was eerder | later dan de Februaristaking.
  • Deze gebeurtenis was eerder | later dan de Duitse aanval op Polen. 
  • Deze gebeurtenis was eerder | later dan de Japanse aanval op Pearl Harbor.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Bij 1 hoort het woord collaboreren.
  • Bij 2 hoort het woord onderduikers.
  • Bij 3 hoort het woord gedeporteerd.
  • Bij 4 hoort het woord vernietigingskamp.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • C

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Op 4 mei worden de oorlogsslachtoffers herdacht. Op 5 mei wordt de bevrijding van Nederland in 1945 gevierd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische vaardigheden 
  • Bronnen (direct-, indirect-, geschreven-, ongeschreven-)
  • Oorzaak-gevolg relaties
  • Betrouwbaarheid van bronnen(!)
  • Beeldanalyse 
  • Chronologie (volgorde)
  • Continuïteit en verandering
  • Standplaatsgebondenheid 
  • Eigen standpunt + toelichting (!)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoordstructuren
  1. Lees de vraag goed door (wat vragen ze van je?)
  2. Herhaal een stuk van de vraag
  3. Verwijzing naar de bron  


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizlet
  • Ga naar www.quizlet.live

Slide 21 - Tekstslide

https://quizlet.com/_99k1ax?x=1qqt&i=1fptc3 (Interbellum)

https://quizlet.com/_99k1s7?x=1qqt&i=1fptc3 (WOII)

Slide 22 - Tekstslide

examen 2015

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

examen 2014
A en C

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

2de tijdvak 2014 KB

Slide 27 - Tekstslide

1ste tijdvak 2015 KB

Slide 28 - Tekstslide

1ste tijdvak 2015 KB