Herhaling - sterke werkwoorden
1 / 17
Lesduur is: 12 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit.
Sterke werkwoorden verleden tijd.
Bijvoorbeeld:
ik drink - ik dronk
ik vecht - ik vocht
Dit zijn onregelmatige werkwoorden
Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Fietsen
B
Lopen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Dansen
B
Kopen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Rijden
B
Sprinten
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Schrijven
B
Redden
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord is een sterk werkwoord?
A
Bakken
B
Zwemmen
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de verleden tijd van lopen? Denk er aan: het is een sterk werkwoord!
A
Loopten
B
Liepen
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de verleden tijd van zwemmen? Denk er aan: het is een sterk werkwoord!
A
Zwommen
B
Zwemden
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de verleden tijd van schrijven? Denk er aan: het is een sterk werkwoord!
A
Schreven
B
Schrijfden
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ik weet nu wat een sterk werkwoord is.
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
