les 1 thema 3 km2c (wo)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik repetitie en extra 0,5 punt.   
-Uitleg thema 3
-Uitleg leerdoelen deze week.   
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

De toets
-Welke vragen had je wel en welke had je niet verwacht?
-Wat ga je bij de volgende toets anders doen?

Resultaten: 
Gem: 6,4 (met 4  x 0,5 er bij).
Laagst: 4,4 (zonder 0,5 er bij).
Hoogst: 8,4(met 0,5 er bij).
Zodra Bloem en Nijs de toets hebben gemaakt kun je hem inzien. 

Slide 3 - Tekstslide

Thema 3 boek A:  Bloedsomloop

Slide 4 - Tekstslide

Nieuw thema. 
De Bloedsomloop.
Wat (w)eet je al?
Waarom is de kennis hierover belangrijk?

Slide 5 - Tekstslide

Waar gaat dit hoofdstuk zoal over?
Welke functie(s)  heeft de bloedsomloop zoal? 
(Schematische tekening maken en overnemen in je schrift).

Slide 6 - Tekstslide

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt slagaders en aders benoemen in het bloedvatenstelsel van de mens.
-Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Let op, de studiewijzer is aangepast, lerenonderzoeken 1 en practicum 1 vervallen.

Slide 7 - Tekstslide

Vandaag doen we de eerste, volgende les de rest.
-Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Waar bestaat bloed uit?

Slide 8 - Tekstslide

vraag:
Als je alle rode bloedcellen van een gemiddeld mens naast elkaar zou kunnen leggen, hoe vaak kun je dan rond de aarde (bij de evenaar) met de hele lijn.

Slide 9 - Open vraag

Antwoord op de vraag.
Vraag: Als je alle rode bloedcellen van een gemiddeld mens naast elkaar zou kunnen leggen, hoe vaak kun je dan rond de aarde (bij de evenaar) met de hele lijn 
 
Antwoord: Een rode bloedcel is tussen de 0,007 en 0,008 mm groot. Een mens heeft 30 x 10^12 rode bloedcellen. Als je ze allemaal achter elkaar legt dan kom je op 225.000 km uit. De aarde heeft een omtrek van 40.075 km. Dus: 5,6 keer!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Let op verschil bloedplasma en serum!
(serum bevat geen stollingseiwit/fibrinogeen)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bloedplaatjes
Vorm: geen vaste vorm
(uiteengevallen cellen).

Celkern: Nee

Functie:
- Zorgen voor bloedstolling

Slide 21 - Tekstslide

Genezing wondje
Gebeurt met bloedplaatjes en stollingseiwitten zoals fibrinogeen. 
Er ontstaat een reactie waarbij fibrinedraden gevormd worden.

Slide 22 - Tekstslide

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine

Slide 23 - Sleepvraag

Samenvatting: Kenmerken van drie  vaste bloeddelen
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Vorm
ronde platte schijfjes
kunnen van vorm veranderen
verschillend
Celkern
nee
ja 
nee (zijn kapotte cellen)
Waar ze gemaakt worden
rode beenmerg
rode beenmerg
lymfeklieren
rode beenmerg
Aantal per ml bloed
5.000.000
7.000
300.000
Functie
transport O2 en beetje CO2
antistoffen maken en bacteriën bestrijden
zorgt voor de bloedstolling samen met fibrinogeen

Slide 24 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt slagaders en aders benoemen in het bloedvatenstelsel van de mens.
-Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B1 en B2 van thema 3.
-Te maken: thema 3 basisstof 1 (3.1) en 2 (3.2)
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
De laatste 4 minuten doen we nog 4 vragen via lessonup. Laat je Lessonup tabblad dus openstaan.
Je kunt nu ook je toets inzien via quayn

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting.

Samenvatten van deze les door 4 lessonup vragen. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen man ongeveer?
A
3,5 liter
B
7,5 liter
C
5,5 liter
D
9,5 liter

Slide 27 - Quizvraag

Bloed bestaat het grootste gedeelte uit water
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Rode bloedcellen hebben een ronde vorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 32 - Tekstslide