3AH -herh. bron C + bron D- c.2 6e ed - 12/9

Exercice
Pak je schrift en maak onderstaande opdrachten.
A. Wat betekent het voorzetsel de in het Nederlands?
B. Wat betekent het voorzetsel à in het Nederlands. 
C. Wanneer het voorzetsel à of de gevolgd wordt door een lidwoord maak je een combinatie. Schrijf voor beide voorzetsels op welke 4 combinaties je maakt en waneer je ze gebruikt. 
 
timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Exercice
Pak je schrift en maak onderstaande opdrachten.
A. Wat betekent het voorzetsel de in het Nederlands?
B. Wat betekent het voorzetsel à in het Nederlands. 
C. Wanneer het voorzetsel à of de gevolgd wordt door een lidwoord maak je een combinatie. Schrijf voor beide voorzetsels op welke 4 combinaties je maakt en waneer je ze gebruikt. 
 
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

à + bepaald lidwoord
à = in, naar
le/la/l'/les = de/het

à + le > au                              Je vais au restaurant.               (M. EV)
à + la                                        Je suis à la boulangerie.         (V. EV)
à + l'                                          Tu vas à l'hôtel.    (EV met KL)
à + les > aux                          On va aux matchs.                  (MEERVOUD)



Slide 2 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord
de = van, uit
le/la/l'/les = de/het

de + le > du                            C'est le fils du directeur.               (M. EV)
de + la                                      Je suis le prof de la classe.         (V. EV)
de + l'                                        C'est l'entrée de l'hôtel.(EV met KL)
de + les > des                      Il est le père des enfants.   (MEERVOUD)

Slide 3 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Jeudi septembre
1. But                                         (leerdoel)    
2. Corriger                               (nakijken)
3. Grammaire D                      (grammatica)
4. Evaluation                           (leerdoel check)
But: ik weet wat de voorzetsels à en de betekenen in het Frans en hoe ik ze kan gebruiken in combinatie met een lidwoord. 

Slide 4 - Tekstslide

Corriger


Je gaat je gemaakte werk nakijken met behulp van de volgende dia's. Begrijp je iets niet? Stel een vraag!
Let op: 
Geel = havo
blauw = vwo

Slide 5 - Tekstslide

Exercice 15a
1 naar het/ naar de
2 à la gebruik je als het volgende woord vrouwelijk is.  au gebruik je als het volgende woord mannelijk is.

Exercice 15c
1 à la  3 aux
2 au   4 à l’

Exercice 15d
1 Je suis à la boulangerie.
2 Je suis au concert (de Forest).
3 Je suis à l’école.





Exercice 16a
de la = van de
des = van de
du = van de

Exercice 16c
1 de la    4 de l’
2 des     5 de l’
3 du

Exercice 16d
1 au               4 du
2 de la         5 de l’
3 à la             6 des




Slide 6 - Tekstslide

Exercice 17
1 Ils jouent à la console.
2 Elle a la clé du scooter.
3 Nous allons à l’anniversaire de Thomas.
4 Ils travaillent au supermarché.
5 Il est le champion du club.
6 Elle prend une photo des chiens.








Exercice 18 (eigen antwoord)
Réponse type :
Ma bucket list
dans 1 an dans 10 ans
□ faire du surf
□ jouer de la guitare
□ jouer aux échecs
□ aller au festival Solidays
□ acheter un nouveau portable
 □ faire de la plongée sous-marine
□ faire le tour du monde
□ faire du parachutisme
□ aller au stade de FC Barcelone
□ finir mes études à l’université

Slide 7 - Tekstslide

Exercice 15a
3 à la boulangerie
4 au musée
Exercice 15c
1 au              4 à l’
2 à la           5 à l’
3 à la
Exercice 15d
1 op school / op de school
2 naar de docent / aan de docent 
3 naar de Verenigde Staten / naar Amerika
4 voor de kunst / voor kunst
5 aan het basketbaltoernooi / met het basketbaltoernooi



Exercice 16a
1 du
2 de l’
3 de la
Exercice 16c
1 de l’       3 de la
2 du          4 de la
Exercice 16e
1 ai participé au match de foot.
2 ai pris des photos de la fête du club.
3 ai eu un autographe du guitariste. / ai eu un autographe de la guitariste.
4 ai participé au tournoi régional.





Slide 8 - Tekstslide

Exercice 16f
1 Dans une semaine, je vais participer au cours de théâtre.
2 Demain soir, on va aller au concert de Mika.
3 Le concert des rappeurs Bigflo & Oli a lieu / va avoir lieu le mois prochain.
4 Hier, j’ai écouté la nouvelle chanson de la chanteuse Christine & the Queens.



Exercice 17
Réponse type :
Ma bucket list
dans 1 an dans 10 ans
□ faire du surf
□ jouer de la guitare
□ jouer aux échecs
□ aller au festival Solidays
□ acheter un nouveau portable
 □ faire de la plongée sous-marine
□ faire le tour du monde
□ faire du parachutisme
□ aller au stade de FC Barcelone
□ finir mes études à l’université

Slide 9 - Tekstslide

Exercice


Kijk naar het stappenplan op de volgende dia en neem deze goed door. Maak daarna de opdracht in de dia daarna. Schrijf de antwoorden op in je schrift. 

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan:

Slide 11 - Tekstslide

Vul de zin aan het het juiste voorzetsel en lidwoord
1. Je vais (naar de)...............cours.
2. C'est but (van de) .................voyage.
3. Elles vont (naar het)..................restaurant.
4. Ce sont les règles (van het)..................jeu.
5. Je suis (in de)...............salle de sport.
6. C'est la robe (van het)................fille.
7. Nous allons (naar het)......................centre ville.
8. Mon frère et moi vont (naar de) ......................grandes villes.

Slide 12 - Tekstslide

Evaluation
But: 
ik weet wat de voorzetsels à en de betekenen in het Frans en hoe ik ze kan gebruiken in combinatie met een lidwoord. 


Slide 13 - Tekstslide

ik weet wat de voorzetsels à en de betekenen in het Frans en hoe ik ze kan gebruiken in combinatie met een lidwoord.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide