3.4 De waterkringloop

Waterkringloop
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waterkringloop

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je deze lessen?
  • Je weet het verschil tussen zoet en zout water en waar het voorkomt. 
  • Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
  • Je kunt de korte en de lange waterkringloop uit leggen met de bijbehorende begrippen.
  • Je kunt uitleggen hoe drie vormen van neerslag ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

De  waterkringloop
  • De voortdurende verplaatsing van water over de aarde heet kringloop van het water. 
  • De  waterkringloop wordt aangedreven door de zon.

Slide 3 - Tekstslide

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere = waterkringloop

Slide 4 - Tekstslide

Waar komt ons drinkwater vandaan?
Welk verschil zie je tussen oost en west Nederland? 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom maken ze in het westen van het land geen gebruik van grondwater?
A
er is geen grondwater
B
bang dat het zeewater omhoog komt (verzilting)
C
Het grondwater is te vervuild

Slide 6 - Quizvraag

verdampt
gesmolten of gecondenseerd
stollen

Slide 7 - Sleepvraag

Waar op deze foto zie je zoetwater?
In de....
A
Zeeën
B
Oceanen
C
Atmosfeer

Slide 8 - Quizvraag

Op aarde is er meer?
A
Zoet water
B
Zout water

Slide 9 - Quizvraag

Het meeste zoete water is...
A
bevroren
B
grondwater
C
in rivieren
D
in meren

Slide 10 - Quizvraag

Welke fase heeft het water op deze foto?

Slide 11 - Open vraag

Hoe heet de overgang van vast naar vloeibaar?

Slide 12 - Open vraag

Hoe noem je het als water van de gas in vloeibaar verandert?

Slide 13 - Open vraag

Hoe noem je het als water van vloeibaar in gas verandert?

Slide 14 - Open vraag

verdampt
gesmolten of gecondenseerd
stollen

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Extra filmpjes
Water en neerslag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe ontstaat neerslag?
  1. water wordt verwarmd
  2. water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af
  5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Soorten neerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.
  • Komt waar voor?

Slide 24 - Tekstslide

Soorten neerslag
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 25 - Tekstslide

Soorten neerslag
Frontale regens (=botsing van twee luchtsoorten):
Passeren koufront:
  • De zwaardere koude lucht dringt onder de lichtere warme lucht.
  • Warme lucht stijgt snel op,  koelt af en condenseert: regen.
  • Kort + buien

Passeren warmtefront:

  • De warme lucht schuift over de koude lucht.
  • Langduring + (mot)regen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video