In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Thema 4 Transport
Basisstof 1 Transportsystemen
Basisstof 2 Het hart
Basisstof 3 Het bloedvatenstelsel
Basisstof 4 Het bloed
Basisstof 5 Weefselvloeistof & Lymfe
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling 1
Drie typen bloedvaten: slagaders, aders en haarvaten.
Door slagaders stroomt het bloed van het hart weg naar de organen toe. Door aders van je organen naar je hart terug, zij hebben kleppen.
Haarvaten zijn één cellaag dik en hierdoorheen kunnen stoffen van en naar onze cellen gaan.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling 2
Bijna altijd hebben slagaders en aders de naam van het orgaan waar ze naartoe gaan/vanaf komen. Het bloed uit de wand van een groot deel van het darmkanaal gaat via de poortader naar de lever.
De druk die het bloed uitoefent op de wand van de bloedvaten noem je de bloeddruk, deze wordt onderverdeeld in de bovendruk en onderdruk. In de verschillende typen bloedvaten verschilt de bloeddruk en stroomsnelheid van het bloed
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al van bloed en je bloedsomloop?
Slide 4 - Tekstslide
Bloed
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Video
Zoals je in het filmpje kunt zien, vervoert bloed cafeïne en suiker uit energie drank door je lichaam. Een volwassen mens heeft ..... liter bloed in het lichaam.
De vaste bestanddelen van bloed ontstaan allemaal in het beenmerg, uit stamcellen. Zie BINAS 84i
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen
- Bloedplaatjes
We gaan nu verder met de bouw en functie van elk vast bestanddeel
Slide 12 - Tekstslide
De vaste bestanddelen van bloed zijn:
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen
- Bloedplaatjes
We gaan nu verder met de bouw en functie van elk vast bestanddeel.
Slide 13 - Tekstslide
Rode bloedcellen
- Per mm3 bloed 1.000.000 rode bloedcellen
- Geen celkern, daardoor 4 maanden in leven
- Bevatten hemoglobine
- Aanmaak van rbc in rode beenmerg gestimuleerd door hormoon EPO
Slide 14 - Tekstslide
EPO
Erytropoëtine is een hormoon dat wordt gemaakt door de nieren. Afhankelijk van de hoeveelheid zuurstof in de nieren maken ze meer op minder EPO. Dit zet het rode beenmerg aan tot het maken van rbc.
Slide 15 - Tekstslide
Hemoglobine
- Eiwitmolecuul in rbc, geeft de rode kleur aan het bloed
- Hemoglobine bevat kleine ijzerdeeltjes
- Hemoglobine vervoert zuurstof en CO2
- Bloedarmoede: onvoldoende hemoglobine in het bloed
Slide 16 - Tekstslide
In een bloedvat om een longblaasje heen, wordt zuurstof door hemoglobine opgenomen
Slide 17 - Tekstslide
Bloedarmoede
- Te weinig hemoglobine in je bloed, door ijzertekort
- Moe
- Hoofdpijn
- Kortademig
- Flauwvallen
Slide 18 - Tekstslide
Witte bloedcellen
- Per mm3 bloed 7000 witte bloedcellen
- Hebben een celkern
- Kunnen van vorm veranderen
- Betrokken bij de afweer tegen ziekten.
In de afbeelding hierboven zie je veel rode en twee witte bloedcellen (paarse celkern)
Slide 19 - Tekstslide
Witte bloedcel
- Maken ziekteverwekkers onschadelijk
- Eén type witte bloedcel sluit ziekteverwekkers in
- Ze doden bijvoorbeeld bacteriën en gaan daarbij zelf dood: pus/etter
We gaan verder op de wbc's en hun rol in het immuunsysteem in Thema 6 'Afweer'.
Slide 20 - Tekstslide
Een witte bloedcel gaat uit het bloedvat en sluit een bacterie in
Slide 21 - Tekstslide
Bloedstolling
Bij de bloedstolling is uit het bloedplasma het eiwit Fibrinogeen en stollingsfactoren (o.a. calciumionen) betrokken.
Fibrinogeen wordt omgezet in fibrine, wat een netwerk van draden vormt, zoals je in de vorige slide kon zien.
Slide 22 - Tekstslide
https:
Slide 23 - Link
Bloedplaatjes
- Per mm3 bloed 300.000 bloedplaatjes
- Geen celkern, want het zijn stukjes uit elkaar gevallen cellen
- Spelen een rol bij de bloedstolling,
Zie de volgende slide om de stappen van de bloedstolling te doorlopen in bioplek.nl
Slide 24 - Tekstslide
Trombose
- Bloed stolt binnen een bloedvat
- Er ontstaat een bloedprop in het bloedvat, soms sluit deze het bloedvat af
- Als de bloedprop loskomt sluit het ergens anders een bloedvat af
Slide 25 - Tekstslide
Waaruit bestaat bloed?
Slide 26 - Open vraag
Uitleg over de sleepvragen
In de volgende twee slides staan twee sleepvragen.
Je gaat in de eerste vraag de onderdelen slepen om goed op een rijtje te zetten wat de onderdelen van bloedplasma zijn en waar deze weer uit bestaan.
De tweede sleepvraag geeft een overzicht van de verschillen tussen rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Slide 27 - Tekstslide
Bloedplasma
Afvalstoffen
Plasma-eiwitten
Water
Opgeloste stoffen
Zouten
Zuurstof
Voedingsstoffen
Koolstofdioxide
Slide 28 - Sleepvraag
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
1. Hebben ze een celkern?
2. Wat is hun functie?
3. Hoeveel zitten er gemiddeld in 1mm3 bloed?
5.000.000
7000
300.000
Nee
Nee
Jal
Zuurstoftransport
Bloedstolling
Ziekteverwekkers bestrijden
Slide 29 - Sleepvraag
..... is het hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, ...... is het eiwit wat meehelpt in de bloedstolling.
A
EPO - Hemoglobine
B
Fibrinogeen - Ijzeratomen
C
Rode beenmerg - EPO
D
EPO - Fibrinogeen
Slide 30 - Quizvraag
Samenvatting:
Bekijk het filmpje over bloed in de volgende link: