Hoofdstuk 8

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 8

Getallen

5 cm =

1. 50mm
2. 50dm
3. 0,05mm
4. 0,05dm

Formule van de oppervlakte van een driehoek is

1. l x b : 2
2. opp = l x b : 2
3. l x b
4. opp = l x b

Noteer de wetenschappelijke notatie van 280000000000

Noteer de wetenschappelijke notatie.
Rond af op 2 decimalen: 0,05^8

welke eenheden van tijd ken je?

een jaar heeft ..... maanden
een jaar heeft ..... kwartalen

Grootheid

Eenheid

tijd

cm

massa

kg

liter

uur

oppervlakte

Zet de eenheden van massa van groot (links) naar klein (rechts)

kg

ton

g

hm²

ha

dam²

are

m²

dm²

cm²

mm²

km²

hl

dal

l

dm³

dl

cl

ml

cm³

kl

m³

Zet de eenheden van inhoud op de juiste plaats.

L

mL

dm³

cm³

cL

m³

dL

cc

Bewering:
verhouding 1 : 5 is hetzelfde als 3 : 15

1. waar
2. niet waar

Geef de onderlinge verhouding weer
tussen appelsap en citroensap.

1. 4:1
2. ​5​​4​​:​5​​1​​
3. 4:1:1
4. 4:1:1:6

Op een fruitschaal liggen mango's, perziken, ananassen en meloenen in de verhouding 5 : 8 : 3 : 1. Er zijn 24 perziken. Hoeveel ananassen liggen er?

1. 17
2. 9
3. 51
4. 15

6 MB =

1. 6000 TB
2. 6000 GB
3. 6000 kB

6,2 uur =

1. 6 uur en 0,2 minuten
2. 6 uur en 20 minuten
3. 6 uur en 33 minuten
4. 6 uur en 12 minuten

3,5 m/s =

1. 35,0 km/u
2. 12,6 km/u
3. 7,1 km/u
4. 0,97 km/u

Als je een snelheid hebt van 83 km/u.
Hoeveel minuten heb je nodig om 40 km af te leggen? Rond af op een heel getal.

1. 29 minuten
2. 8 minuten
3. 125 minuten
4. 3 minuten

de verhouding van 3 en 9 is

1. 9
2. 1:3
3. 1:2
4. 1/3

Bij de boekhandel waren 6 van de 33 bestelde boeken nog niet binnen.

Welke verhouding hoort daarbij?

1. 2 op de 3
2. 3 op de 15
3. 2 op de 11
4. 3 op de 9

Wat is de verhouding in deze tabel?

1. 1 op 9 (1 : 9)
2. 1 op 3 (1 : 3)
3. 3 op 27 (3 : 27)
4. 10 op 90 (10 : 90)

Siroop en water in de verhouding 3:8
betekent:

1. 8 siroop en 3 water
2. 3 siroop en 8 water
3. te weinig gegevens

In een klas zitten 24 leerlingen. 18 leerlingen komen op de fiets naar school. Wat is de verhouding?

1. 18 op de 24
2. 6 op de 18
3. 3 op de 4

10 euro wordt verdeeld in de verhouding 2 : 3 : 5
Wat is de waarde van 3 delen

1. 1 euro
2. 3 euro
3. 10 euro
4. niks

Geef de verhouding:

Het totaal aantal rackets ten opzichte van het
aantal paddelrackets.

1. 2:1
2. 7:5
3. 10:5
4. 4:5

een verhouding kan ik als een breuk opschrijven

1. Waar
2. Niet waar

Je mengt 5 delen water met 2 delen cement. Wat is de verhouding water:cement ?

1. 3:1
2. 2:1
3. 3:2
4. 5:2

Wat is geen verhouding?

1. Ik meng 1 deel siroop met 3 delen water.
2. In de uitverkoop zijn de T-shirts 3 voor de prijs van 2.
3. Er zitten 2 maal zoveel meisjes in klas als jongens.
4. Ik heb 5 flessen siroop.