In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§3.3 Vrede
De tijd van wereldoorlog
Welkom!
2MH
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt vier maatregelen noemen waarmee Duitsland na de Eerste Wereldoorlog gestraft werd.
Je kunt vier kenmerken van het fascisme noemen.
Je kunt uitleggen dat de Verenigde Staten in de jaren 1920 een consumptiemaatschappij en een vrijemarkteconomie waren.
In de LessonUp
Planning
Terugblik en voorkennis
Wapenstilstand
Verdrag van Versailles
Keerpunten
Huiswerk
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Wat betekent totale oorlog?
Wat is propaganda?
Wat zijn de keerpunten?
Slide 3 - Tekstslide
Het Interbellum
Wat is dat nou eigenlijk?
Latijns: inter = tussen \ bellum = oorlog
De tijd tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog
1918 t/m 1939
Slide 4 - Tekstslide
november 1918 Wapenstilstand
Duitsland kreeg een nieuwe democratische regering
Koste wat kost voorkomen dat DU ''Wéér'' een oorlog zou beginnen
Verdrag van Versailles
1919: tussen Geallieerden en Duitsland
Duitsland kreeg volledige schuld
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
11 november 1918: wapenstilstand
Daarna lange onderhandelingen over vrede
1919 vredesverdrag, het Verdrag van Versailles
Lloyd George [Engeland]
Woodrow Wilson [VS]
Clemenceau [Frankrijk]
aantekening
DE GROTE DRIE
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Verdrag van Versailles
Duitsland zelf niet aanwezig
Duitsland schuldig
Veel land afstaan
Leger maximaal 100.000 man
Enorme herstelbetalingen
aantekening
Slide 10 - Tekstslide
Verdrag van Versailles
Schuldbetalingen: Duitsland moest 132 miljard mark in goud betalen aan de geallieerden. Dit geld was bedoeld om de oorlogsschade in Frankrijk en België te herstellen.
Afstaan grondgebied: Duitsland raakte grondgebied en zijn koloniën kwijt.
Leger inkorten: Het Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 soldaten.
Demilitariseren van gebied: Duitse soldaten mochten niet in het grensgebied met Frankrijk en België komen.
Slide 11 - Tekstslide
Duitse Keizer vlucht naar Nederland
Slide 12 - Tekstslide
Republiek van Weimar
Duitsers ontevreden
Armoede, hyperinflatie
DU lening van VS 1924
1929 beurscrash VS
Grote Economische Crisis
DU = Duitsland
VS = Amerika
aantekening
Slide 13 - Tekstslide
Al die ellende leidt tot:
De wens voor een sterke leider in Duitsland
De wens van veel Duitsers voor wraak op het Verdrag van Versailles
aantekening
Slide 14 - Tekstslide
Kortom
Interbellum: Tijd tussen WO1 en WO2
Verdrag van Versailles
Duitse Keizer vlucht
Republiek van Weimar
De Grote Economische Crisis
De opkomst van Hitler
Welke 5 á 6 punten hebben we behandeld?
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Zelfstandig werken
H3 §3 1, 2, 4 t/m 7, 10, 11 (12 alleen H)
+ Schriftelijk leren (opdracht 13)
Bespreken H3 §2
Slide 16 - Tekstslide
§3.3 Vrede
De tijd van wereldoorlog
Welkom!
2MH
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les kan je redenen noemen waarom Hitler aan de macht kwam.
''...'' kan je verschillende punten uit het Verdrag van Versailles benoemen en beschrijven.
''...'' kan je uitleggen waarom er veel onvrede heerste in Duitsland.
Planning
Terugblik en voorkennis
Uitleg opkomst fascisme
Uitleg Hitler en Mussolini
Video met vraag
Voorspoed in de VS
Huiswerk
Afsluiting
Slide 18 - Tekstslide
Terugblik
Wat betekent interbellum?
Wat was het Verdrag van Versailles?
Slide 19 - Tekstslide
Opkomst fascisme
ultra-nationalistisch
Belangen eigen volk voorop
Groep boven individu
Alles in dienst van welvaart en macht
Geweldsverheerlijking
Aantekening
Als gevolg op wat we behandelden in de vorige les:
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Wat viel op in deze video's
Waarom zouden mannen als Hitler en Mussolini veel aanhang gekregen hebben in hun land?
Slide 23 - Tekstslide
Voorspoed in de VS
Grootste economische macht
Consumptiemaatschappij: een maatschappij waarin mensen geld hebben voor luxeproducten, zoals radio’s, koelkasten en stofzuigers
Leningen bij de bank en aandelen
Amerikanen geloofden dat die welvaart het gevolg was van de vrijemarkteconomie: een economie waarin vraag en aanbod de prijzen en lonen bepalen.