Intro Deutsch

Herzlich willkommen!
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was wir heute machen werden:

- Wer bin ich?

- Wer seid ihr?

- In der Klasse...

- Info zu Deutsch (Lernplan)

- Aufgabe Nachrichten 

Zusammenfassung

- Deutsch quiz



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wer bin ich?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich heiße Daphne Stevens

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich bin 23 Jahre alt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich wohne in Swolgen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe einen Fisch.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meine hobbys sind kochen, lesen und singen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wer seid ihr? -> Vorstellungsrunde
Wie heißt du? - Ich heiße .... (naam)
Wie alt bist du? - Ich bin … Jahre alt. (leeftijd)
Wo Wohnst du? - Ich wohne in … (woonplaats)
Was sind deine Hobbys? - Meine Hobbys sind.... (Fußball/tanzen/lesen/kochen)
Hast du Haustiere? – Ich habe ein Hund/Katze/Meerschweinchen/ keine Haustiere...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In der Klasse...
Einige wichtige Regeln:
- Keine Handys! Wir verwenden einen Laptop.
- Wenn jemand spricht, sind die anderen SchülerInnen + die LehrerIn leise.
- Eigene Verantwortlichkeit ist wichtig, aber immer um Hilfe bitten.
Gibt es von eurer Seite aus wichtige Sachen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Info zu Deutsch
Was du brauchst:
- Neue Kontakte (nur V4/V5) -> Zugang??
- Lernplan (Teams) -> Zugang??
- Laptop
- Wir schauen uns gemeinsam den Lernplan + Teams an, um zu sehen was ihr noch mehr braucht.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie war dein Urlaub?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wo wart ihr?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Mit wem warst du in Urlaub?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Die erste Aufgabe des Jahres -> Erstellen einer Klassensprache

+- 15 Min in Gruppen von 4 Personen
+- 5 Sätze mit deutscher Übersetzung
Fertig? -> Ihre Antworten auf Padlet.com
Der Link + das Kennwort stehen auf Teams

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe Zusammenfassung Nachrichten

- Ihr erstellt eine Zusammenfassung eines deutschen Artikels (+- 20 Min.)
- Die Aufgabe steht in Teams
- Deadline am 7. September (Mittwoch)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Und dann....
Wie sind eure Deutschkenntnisse nach der Sommerferien???
!Das große Deutsch-quiz!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de grootste stad van Duitsland?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deutschland ist nicht in Provinzen, sondern in Bundesländer geteilt. Wieviel Bundesländer hat Deutschland?
A
9
B
13
C
12
D
16

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Fahrbahn
B
Autobahn
C
Schnellweg
D
Fahrweg

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Stau?
A
wegwerkzaamheden
B
afrit
C
file
D
parkeerplaats

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
der Berliner Dom
C
der Bundestag
D
das Brandenburger Tor

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

der Kuchen =
A
de cake
B
het gebak
C
het koekje
D
de taart

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie merken zijn Duits?

A
Ikea, Facebook en Chanel
B
Dr. Oetker, Adidas en Porsche
C
Apple, Porsche und Nike

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"bellen" betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was ist die höchste Note die man in Deutschland schaffen kann?
A
10
B
6
C
8
D
1

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Anke Merzel
B
Angelika Merz
C
Angela Merkel
D
Anke Engelke

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Giorgio Armani
B
Louis Vuitton
C
Hugo Boss
D
Karl Lagerfeld

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het refrain zingt Mark Forster over meerdere tijdsaanduidingen.

Welke hoor je?
A
vandaag
B
volgende week
C
gisteren
D
vorige week

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

juist of onjuist?
de vertaling van "es"= het
de vertaling van "ihr"= jullie
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Du______(oefent) mit den schwachen Verben.
A
üben
B
übst
C
übt

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Welk zinsdeel staat in de 1e naamval?
Meine Schwester hat die neue Grammatik erklärt.
A
hat
B
hat erklärt
C
meine Schwester
D
die neue Grammatik

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welches Wort hilft bei den regelmäßigen Verben?
A
Feesttent
B
Feestent
C
Feesttenten
D
Feesttentje

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp?
Frau Pen erklärt die Grammatik.
A
die Grammatik
B
Frau Pen
C
erklärt
D
Per erklärt

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In dem Lied geht es
darum, dass ........
A
Keiner von beiden Französisch spricht
B
Die beiden sich nicht mögen, weil sie nicht dieselbe Sprache sprechen
C
Die beiden sich mögen, obwohl sie nicht dieselbe sprache sprechen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was bedeutet (betekent) das Verb
dürfen?
A
toestemming hebben (mogen)
B
kunnen
C
zou graag willen
D
lusten

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was bedeutet das Verb
"wollen"?
A
moeten
B
weten
C
kunnen
D
willen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Was bedeutet das Verb
"möchten"?
A
graag willen
B
moeten
C
zullen
D
willen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij welke naamval horen de voorzetsels 'durch, für, gegen, ohne en um'?
A
eerste naamval
B
tweede naamval
C
derde naamval
D
vierde naamval

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ist das der Stift von Frau Weber? Ja, das ist ______ (haar) Stift (m).

A
ihr
B
meine
C
sein
D
Ihr

Slide 42 - Quizvraag

Aus: https://grammatiktraining.de/pronomen/grammatikuebung-possessivpronomen-ergaenzen.html
Am 27. 3. 2020 besucht.
Welches Lied hörst du?


A
Atemlos durch die Nacht - Helene Fischer
B
Herzbeben - Helene Fischer
C
Lieblingskind - Namika
D
Die immer lacht - Kerstin Ott

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammatik: haben, sein und werden
Vertaal het werkwoord in de kantlijn, in het Duits.

word 1.Morgen _____________ ich 16.

A
wird
B
werde
C
word
D
wirst

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Das Verb "sein"

Hoe zeg je "jullie zijn"?
A
ihr seit
B
ihr sind
C
wir sind
D
ihr seid

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welche Verben sind Modalverben?
A
wollen
B
fahren
C
sprechen
D
müssen

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Du (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
hörst
D
horen

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wir ................ diese Musik sehr.
A
mögen
B
mögt
C
mag

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rammstein dankt de naam aan...
A
twee bandleden Thomas Ramm und Axel Stein
B
een bijzonere steen die alleen in Brandenburg voorkomt
C
van een Amerikaans Militair vliegveld 'Ramstein'

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies