K1 SS7 chapter 5 I

Welcome K1B 


Week 5 - Lesson 2/3
Grammar


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome K1B 


Week 5 - Lesson 2/3
Grammar


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Today's class
At the end of this class I...
  • ... can use the present simple and the present continuous correctly. 

Slide 3 - Tekstslide

SO Engels
Stepping Stones, chapter 5:
  • grammatica: bezitsvorm (blz. 74), present simple vs. present continuous (blz. 91)
  • alle woordjes (blz. 96-97)

Wanneer: Maandag, 7 februari

Slide 4 - Tekstslide

Homework check: Exercise 55(a), page 89

Slide 5 - Tekstslide

Exercise 56, page 90

Slide 6 - Tekstslide

Exercise 56(b), page 90

Slide 7 - Tekstslide

Exercise 57, page 90

Slide 8 - Tekstslide

De present simple gebruik je om feiten, gewoonten, en dingen die we regelmatig doen te bespreken.
  • Water boils at 100 degrees.
  • I teach every Tuesday.
  • She always cycles to work, but when it rains she goes by car.

Signaalwoorden: usually, often, always, never, sometimes

Present simple

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je een present simple?
I / you / we / they = de stam van het werkwoord: walk, cook, organise
he / she /it (SHIT-woorden) = stam + s: walks, cooks, organises





Uitzonderingen
Wanneer de stam van een woord eindigt op:
-o - komt er -es achter het woord bij he/she/it --> I go - he goes
-s/ch - komt er -es achter het woord bij he/she/it --> I watch - she watches
-y - dan veranderd de -y in -ies bij he/she/it --> I fly - it flies

Maar.. eindigt het woord op een -y met een klinker ervoor (a, o, i, e, u) dan komt er alleen een -s achter.

Slide 10 - Tekstslide

Present continuous
Deze tijd gebruik je
wanneer iets NU plaatsvindt
- in de nabije toekomst zal plaatsvinden.
Voorbeelden?
John is nu aan het sporten - John is exercising now
Ik ben de krant aan het lezen nu - I am reading the paper at the moment.
Signaalwoorden?
right now, at the moment, now, currently, tomorrow, tonight

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je een present continuous?
een vorm van 'to be' + stam + -ing
am + read + ing, is + walk + ing
Uitzonderingen?
woorden die eindigen op een -e: -e wordt vervangen door -ing
have - having, give - giving
Woorden met 1 lettergreep eindigend op een medeklinker met een klinker ervoor verdubbeld de medeklinker:
swap - swapping, cut - cutting, stop - stopping, beg - begging 
Het werkwoord 'to be'
  • I am     
  • you are     
  • he is     
  • she is     
  • it is     
  • we are     
  • you are      
  • they are     

Slide 12 - Tekstslide

Exercise 58, page 91
  1. am watching
  2. protect
  3. chooses
  4. are picking up
  5. am joining
  6. spend
  7. are trekking

Slide 13 - Tekstslide

Exercise 59, page 92
  1. are playing
  2. hunt
  3. cut
  4. is feeding
  5. grows
  6. is teaching

Slide 14 - Tekstslide

Exercise 59(b), page 92
  1. They often sleep on the beach.
  2. They usually play in the sea with seaweed.

Slide 15 - Tekstslide

Exercise 59(c), page 92
  1. The sea lion is playing with the ball.
  2. The zookeeper is feeding the sea lion fish from the bucket.

Slide 16 - Tekstslide

present simple
present continuous
I'm doing my homework.
She is speaking right now.
This tree grows 2 centimetres every year.
Tigers always eat meat.
School starts at 8 o'clock.

Slide 17 - Sleepvraag

Homework
Do:
/

Learn/ study:
- Grammar 15, page 91


Slide 18 - Tekstslide