Fotografie les 16: Bewegende onderwerpen

Fotografie
Les 16
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FotografieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Fotografie
Les 16

Slide 1 - Tekstslide





Terugblik: Waar ging de vorige les over?
Les van vandaag: bewegende onderwerpen.
Doel van de les: Aan het eind van de les weet jij hoe je bewegende onderwerpen scherp op de foto krijgt.
Klassikale les: Uitleg over wat je moet doen.
Zelfstandig: Oefenen met het maken van foto's van bewegende onderwerpen.
Evaluatie: samen bespreken wat er goed voor jou werkte.




Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je doen bij bewegende onderwerpen?

Slide 3 - Woordweb

Bewegende onderwerpen fotograferen kan ontzettend lastig zijn! Tientallen pogingen en toch geen scherpe foto.

Doordat het onderwerp beweegt is het belangrijk dat je de sluitertijd kan instellen. Hiermee bepaal jij hoe snel de foto gemaakt moet worden. Hoe sneller de foto gemaakt wordt, hoe groter de kans dat bewegende onderwerpen helemaal scherp op de foto verschijnen.

Slide 4 - Tekstslide

We geven 1/500e als uitgangspunt om te gebruiken, maar de sluitertijd die je nodig hebt om een beweging te bevriezen hangt natuurlijk af van de snelheid van het onderwerp.

Een auto die met 30km/h door een woonwijk rijdt krijg je makkelijk scherp met 1/500e terwijl je voor een racewagen die 200km/h rijdt een sluitertijd van 1/2000e nodig hebt

Slide 5 - Tekstslide

De makkelijkste manier voor succesvol scherpstellen is door 1 autofocuspunt te gebruiken in combinatie met AF-C (Auto Focus Continuous). Richt het autofocuspunt op het onderwerp en druk af op het gewenste moment. Je kunt in deze situatie het onderwerp gewoon blijven volgen.

Slide 6 - Tekstslide

De foto is te donker...
Bij een hele snelle sluitertijd, of bij gebrek aan voldoende licht, komt er maar een klein beetje licht in de camera. Het resultaat is dat de foto te donker wordt. Dit kun je oplossen door óf je difragma groter te maken (kleiner F-getal) of je ISO-waarde aan te passen. De sluitertijd wil je niet aanpassen omdat je deze bewust gekozen hebt.

Slide 7 - Tekstslide

Bij snelle onderwerpen gebruik ik ..... autofocuspunt
A
1
B
5
C
12
D
50

Slide 8 - Quizvraag

Bij snelle onderwerpen gebruik ik..
A
AF-C
B
AF-S
C
handmatig scherpstellen

Slide 9 - Quizvraag

Nu hebben we het steeds gehad over beweging bevriezen, maar soms is het juist leuk om beweging te laten zien. Het maakt een foto dynamischer en de foto ziet er minder standaard uit. De instelling laten we hetzelfde, behalve de sluitertijd, deze zetten we langzamer. Gebruik 1/50e als uitgangspunt. De camera krijgt nu veel meer tijd om de foto te maken, waardoor het onderwerp er gestreept uitziet zolang jij de camera niet beweegt.

Slide 10 - Tekstslide

  • We pakken de camera erbij en gaan kijken of we de camera op de juiste manier in kunnen stellen
  • We gaan foto's maken en proberen dit uit, zowel beweging laten bevriezen als beweging laten zien. 

Slide 11 - Tekstslide

EVALUATIE
  • Heb ik mijn doel bereikt? Weet ik nu hoe ik bewegende onderwerpen scherp op de foto krijg?
  • Lukt het jou om de camera zelfstandig in te stellen?
  • Ik weet welke instelling ik moet gebruiken om scherpe foto's te krijgen? 

Slide 12 - Tekstslide