Week 6: Ordening oefening

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

ORDENEN

In welke vier rijken worden organismen ingedeeld?

1. Planten, dieren, mensen, auto's
2. Planten, dieren, schimmels, bacteriën
3. Dieren, Schimmels, Bacterien,
4. Schimmels, Bacterien, dieren, schimmels.

Organismen worden ingedeeld in vier grote groepen:

bacterien

schimmels

planten

dieren

Bij het indelen van de vier grote groepen let je op de kenmerken van cellen.

Indeling cellen

• celkern
• celwand
• bladgroenkorrels

Bacteriën hebben celkernen

1. Juist
2. onjuist

Dieren hebben cellen met celwanden

1. juist
2. onjuist

Bladgroenkorrels worden als kenmerk gebruikt om organismen in te delen in rijken

1. juist
2. onjuist

 bacterien

Bacterien

• komen overal voor 
• bestaan uit een cel
• en planten zich voort door deling
• ze kunnen nuttig zijn en schadelijk

Schimmels

Schimmels

• eencellige en meercellige schimmels
• meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden
• voortplanting schimmels door sporen
• schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn

Is een champignon een plant of een schimmel

1. plant
2. schimmel

Hoe planten bacteriën zich voort?
door:

1. deling
2. eieren
3. sporen
4. zaden

Zijn schimmels opgebouwd uit lange dunne draden of uit wortels

1. Uit lange dunne draden
2. uit wortels,stengels en bladeren

Planten

• hebben wortels, stengels en bladeren
• twee groepen sporenplanten en zaadplanten
• sporenplanten hebben geen bloemen
• zaadplanten kunnen bloemen hebben

Hier zien we een...

1. Bedektzadige
2. Naaktzadige
3. Sporenplant
4. Alg of wier.

Een dennenappel is een voorbeeld van een...

1. Zaadplant
2. sporenplant

Skelet

• stevige delen van een dier
• het skelet is een kenmerk om dieren te ordenen
• wervelkolom een deel van het inwendig skelet
• de wervelkolom is een kenmerk van gewervelde dieren
• dier zonder wervelkolom noem je ongewerveld

inwendig skelet

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van het lichaam

1. waar
2. niet waar

Bij het ordenen van dieren wordt het skelet als kenmerk gebruikt

1. waar
2. niet waar

Ordenen Dieren

• Gewervelde dieren zijn ingedeel in vijf groepen
• Vissen
• Amfibieen
• reptielen
• vogels
• zoogdieren

Een zeester is meerzijdig symmetrisch

1. ja
2. nee

Organismen indelen

Je gaat een zeepaardje in een groep indelen. Waar kijk je naar

1. naar zijn naam
2. Of hij in Italie leeft
3. of hij een inwendige of uitwendige skelet heeft
4. Of hij kieuwen heeft