Oost-Europa: Ontwikkeling en migratie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

- Uitleg Hoofdstuk 4 paragraaf 3

- Repetitie opgeven

- Aan het werk

Wat was de belangrijkste locatiefactor van een textielfabriek ten tijde van de Industriële Revolutie?

1. Katoen
2. Kennis
3. Steenkool
4. Aan het water

Wat betekent footloose?

1. Werknemers die zich makkelijk kunnen verplaatsen
2. Bedrijven die zich op veel plaatsen kunnen vestigen
3. Een belangrijke locatiefactor
4. Een samenwerkingsverband tussen hightech bedrijven

Verklaar de groei van de bevolking van Manchester tot in de eerste helft van de twintigste eeuw.

Oost-Europa

• Veel multinationale ondernemingen

• Gunstige locatiefactoren!

Noem een gunstige locatiefactor van Oost-Europa

Migratiesaldo

1. Welke landen hebben een negatief
migratiesaldo?
2. Welke landen hebben een positief
migratiesaldo?

Migratiesaldo

1. Welke landen hebben een negatief
migratiesaldo?
2. Welke landen hebben een positief
migratiesaldo?

Arbeidmigranten migreren van Oost
naar west voor werk en welvaart

Vertrekoverschotten

Vestigingsoverschotten

Welk begrip past hierbij?
Bedrijven die weinig ruwe grondstoffen gebruiken, maar veel halffabricaten.

Repetitie

Maandag 26 maart:

Hoofdstuk 3: p. 1 t/m 3 + bb nrs.

Hoofdstuk 4: p. 1, 3 en 4 + bb nrs.

+ Stencil El Niño

Aan de slag

- Paragraaf 3: maken opdracht 1, 2, 4, 6, 8, 10

- Nakijken paragraaf 1 en 3

- Klaar? Keuzemenu's maken