Pareto regel in het magazijn

Pareto (of 20/80)  regel in het magazijn
ABC routing toepassen
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
GoederenstroomSecundair onderwijs

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pareto (of 20/80)  regel in het magazijn
ABC routing toepassen

Slide 1 - Tekstslide

20/80 regel
De ABC-methode is een veelgebruikte redenering om goederen in een stelling op te slaan. 

De formule erachter houdt rekening met de omloopsnelheid van je goederen. Hoe hoger de omloopsnelheid (en dus hoe vaker een product wordt verkocht), hoe makkelijker het moet zijn voor je magazijnier om dat product uit de rekken te halen. 

Je legt die producten dan best op grijphoogte, mooi in het midden van je rek. De omloopsnelheid van je goederen bereken je met deze formule: Omzet in stuks / Gemiddelde voorraad in stuks



Slide 2 - Tekstslide

ABC-Analyse
  • Categorie A komt overeen met ongeveer 20% van je referenties. Samen vertegenwoordigen ze gemiddeld 80% van alle rotaties. Deze populaire producten moeten zich dus op grijphoogte bevinden van je orderpickers.

  • Categorie B bestaat uit 30% van je referenties (en ± 15% van je rotaties). Deze producten worden minder vaak uit stock gehaald en mag je daarom onderin het schap opslaan.

  • Categorie C komt overeen met 50% van je referenties en slechts 5% van je rotaties. De producten in deze categorie zijn het minst populair en plaats je daarom best in de bovenste schappen.



Slide 3 - Tekstslide

ABC-Analyse
Je kan diezelfde ABC-methode trouwens toepassen op de volledige indeling van je magazijn. 

Je producten uit categorie A sla je dan op dicht bij de paktafels. 

Hoe verder je wegstapt van de paktafels, hoe minder populair je producten worden. Eerst heb je nog de B-producten, en helemaal achteraan uiteindelijk de C-producten.

A= snellopers (of fast movers)
B= regelmatige lopers (Regular of medium movers)
C= traaglopers (Slow movers)
 


Slide 4 - Tekstslide

Criterium
In principe kan elk criterium gebruikt worden voor een ABC-analyse, afhankelijk van het doel. Voor een assortimenten analyse liggen ‘omzet’ en/of ‘marge’ voor de hand. 

Voor de magazijninrichting eerder het ‘aantal picks' (Omzet in stuks -niet omzet in waarde) 


Slide 5 - Tekstslide

2-dimensionale ABC analyze
Bijvoorbeeld marge en omzet bij assortiments-beslissingen:

We kunnen dan een XYZ-analyse (een 2-dimensionale ABC-analyse maken) waarbij producten, die op beide criteria hoog scoren, als X bestempeld worden (véél aandacht). 

Producten, die op beide criteria laag scoren noemen we Z-producten (géén aandacht). In het tabel geven we dit weer.

Slide 6 - Tekstslide