Intro Redigeren van teksten

Redigeren van teksten
 BGP - Secretarieel


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DirectiesecretaresseMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Redigeren van teksten
 BGP - Secretarieel


Slide 1 - Tekstslide

Reviseren of redigeren 
Reviseren betekent dat de schrijver zijn tekst, of delen ervan opnieuw leest en herziet. 
Revisies kunnen betrekking hebben op de structuur van de tekst, de inhoud, de formulering, de spelling en de interpunctie. 

Slide 2 - Tekstslide

Treed op als een professionele schrijf assistent. Je krijgt een tekst die je gaat reviseren. Dat doe je aan de hand van de volgende punten:
1. Controleer de tekst op spelfouten, grammaticale fouten en interpunctiefouten en corrigeer deze.
2. Gebruik moeilijker/geavanceerdere woorden om de tekst professioneler over te laten komen. Zorg ervoor dat het stuk op een hoog taalniveau wordt geschreven.
3. Verwijder overbodige woorden of zinnen om de bondigheid van de tekst te verbeteren.
4. Herschrijf zinnen die moeilijk te lezen zij in, slecht geschreven, overbodig of repetitief zijn om de duidelijkheid te verbeteren en ze beter te laten klinken.
5. Beoordeel de woordkeuze en vind betere of meer overtuigende/geschikte alternatieven voor veelgebruikte, clichématige of zwakke woordkeuzes.
6. Vervang woorden die te vaak worden herhaald door andere geschikte alternatieven.
7. Herschrijf slecht gestructureerde woorden of zinnen op een goed gestructureerde manier.
8. Zorg ervoor dat de tekst niet nodeloos uitweidt of afdwaalt. Als dat wel het geval is, verwijder of corrigeer het dan om bondiger en meer “to the point” te zijn. De tekst moet ter zake komen en onnodige opvulling vermijden.
9. Verwijder of vervang eventuele overbodige woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je iemand die redigeert?

Slide 4 - Woordweb

Waar let je op bij het redigeren van teksten?

Slide 5 - Open vraag

Redigeren gaat om:
  • grammatica, spelling en zinsbouw, interpunctie 
  • (huis)stijl en inhoud
  • doelgroep
  • tekstdoel
  • overbodige woorden verwijderen 
  • actief schrijven
  • ....


Slide 6 - Tekstslide

Hoe pak je het aan?

Wat heb ik gekregen?
Is het wat het moet zijn?
Voor wie is de tekst geschreven?
Met welk doel is de tekst geschreven?
Heeft de tekst de inhoud die deze moet hebben?
Klopt de hoeveelheid tekst?
Volg stappenplan redigeren 







Slide 7 - Tekstslide

Competenties
  • Schrijfvaardigheid (Nederlandse en Engelse spelling en grammatica)
  • Computervaardigheden (Word)
  • Inlevingsvermogen
  • Nauwkeurigheid
  • Communicatieve vaardigheden
  • Zorgvuldigheid
  • Geduld

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Tips om snel teksten te redigeren.
1) Lees de tekst 1 keer helemaal zonder dingen te veranderen.
2) Verbeter type- en spelfouten. Gebruik hiervoor onder andere de automatische spellingcontrole.
3) Maak passieve zinnen actief.
4) Gebruik eigentijdse woorden.
5) Zorg dat de tekst er overzichtelijk uitziet.
6) Kijk kritisch naar de tekst:
  • kun je overbodige woorden schrappen?
  • kun je overbodige zinnen schrappen?
  • kun je het bondiger zeggen?
  • staat de tekst in een logische volgorde?
7) Neem de inleiding onder de loep.
8) Welke onderwerpen moeten in de rest van de tekst aan de orde komen?
9) Verzin een goed slot.
10) Verzin een pakkende titel/onderwerpaanduiding.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Stoorfactoren
Stoorfactor 1: De uitlijning
Stoorfactor 2: Verschillende lettertypes
Stoorfactor 3: Geel, groen, blauwe en rode letters
Stoorfactor 4: Onpersoonlijk
Stoorfactor 5: Noem een nieuwsbrief geen 'Nieuwsbrief'






Slide 15 - Tekstslide

Kunnen jullie verder met de opdrachten?
JA!
NEE, IK WIL MEER UITLEG

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Tekstslide

.
.

Slide 18 - Tekstslide

Hulpmiddelen
https://taaladvies.net/
onzetaal.nl
https://www.vandale.nl/opzoeken
of via Google

Spellingcontrole in Word kun je niet klakkeloos geloven!

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten 
Maken opdracht 1 t/m 3 in Teams 

Slide 20 - Tekstslide

Overige onderwerpen (1/2)
Teksten schrijven voor:
  • flyers 
  • persbericht 
  • website 
  • Bloggen (en vloggen) 
Creatief schrijven 
Taalgebruik afstemmen 

Slide 21 - Tekstslide

Overige onderwerpen (2/2)
  • LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen 
  • Brainstormen
  • Mindmap maken
  • Spelling 
  • Werkwoorden vervoegen
  • Klachtenbrief schrijven

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een belangrijk kenmerk van een persbericht?

Slide 23 - Open vraag