Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe zin, gebruik je een komma:
- tussen twee persoonsvormen: Als jij niet belt, bel ik zelf wel even.
- voor voegwoorden als maar, omdat, zodat, doordat, nadat enz.
(let op: er komt meestal geen komma bij en en of):
Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben.
- als je de delen van de zin niet los uit kunt spreken:
We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.