4H grammar: tenses, passive, direct and indirect speech
Today
Tenses (active)
Passives
Direct and indirect speech
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Today
Tenses (active)
Passives
Direct and indirect speech
Slide 1 - Tekstslide
Tenses (active)
Slide 2 - Tekstslide
In welke tijd is deze zin? She is swimming now.
A
Present simple
B
Present continuous
C
Past simple
D
Past continuous
Slide 3 - Quizvraag
In welke tijd is deze zin? I have already eaten breakfast.
A
Present simple
B
Present perfect
C
Past simple
D
Past perfect
Slide 4 - Quizvraag
In welke tijd is deze zin? I am always late for class.
A
Present simple
B
Present perfect
C
Past simple
D
Past perfect
Slide 5 - Quizvraag
Tenses (active)
De actie die het onderwerp uitvoert wordt beschreven
Weet de vormen van de tijden
Weet wanneer je de tijden moet gebruiken
Slide 6 - Tekstslide
Tenses (active) - de vormen
Slide 7 - Tekstslide
Tenses (active) - gebruik
Slide 8 - Tekstslide
Past tenses
Past simple: actie is afgelopen I ate an apple yesterday.
Past continuous: actie was een tijdje bezig (voordat een andere actie deze actie onderbrak). I was washing the dishes when the phone rang.
Past perfect: een afgelopen actie die eerder in het verleden is gebeurt. I had baked a cake before I went shopping.
Slide 9 - Tekstslide
Use the past tense: After I (fill) __ in the form, I submitted it to the office.
Slide 10 - Open vraag
Use the past tense: Last week, I (go) __ to a party.
Slide 11 - Open vraag
Use the past tense: My mother (cook) __, while my father (clean) __.
Slide 12 - Open vraag
Tenses (active) - gebruik
Slide 13 - Tekstslide
Present tenses
Present simple: feiten, gewoontes, dienstregeling I usually walk to school. She usually walks to school.
Present continuous: actie is nu bezig, irritatie aangeven They are making a test right now.
Present perfect: actie die in het verleden is begonnen maar heeft een link met nu (FIJNE JAS) We have just finished our assignment.
Slide 14 - Tekstslide
Use the present tense: My school (finish) __ at 3 p.m. today.
Slide 15 - Open vraag
Use the present tense: John (never - be) __ to London.
Slide 16 - Open vraag
Use the present tense: I can't stand her! Why (arrive) __ she always __ late?
Slide 17 - Open vraag
Tenses (active) - gebruik
Slide 18 - Tekstslide
Future
will: onzekere situaties, belofte, voorspellingen Wait! We will help you!
to be + going to: zekere plannen She is going to Australia next week.
present continuous: zekerdere plannen She is flying to Australia next week.
present simple: schema's, dienstregeling The train leaves at 2 p.m..
Slide 19 - Tekstslide
Use the future: Next month, I (drive) __ to my grandparents.
Slide 20 - Open vraag
Use the future: I promise I (help) __ you next time.
Slide 21 - Open vraag
Use the future: My class (start) __ at 1 p.m. today.
Slide 22 - Open vraag
Tenses (passive)
'Passive' zinnen: de actie de het onderwerp ondergaat wordt beschreven.
Het bestaat uit dezelfde tijden zoals de active, dus je gebruikt dezelfde regels
Het enige dat verandert is de vervoeging van de vorm van de werkoord - Passive: to be + voltooid deelwoord I was born in 1994. The apple is being eaten now.
Slide 23 - Tekstslide
The passive vormen
Slide 24 - Tekstslide
Match the tenses with examples of their passive forms
Present simple
Present continuous
Past simple
Present Perfect
Past Perfect
Future with will
had been invented
were sold
have been invented
are manufactured
is being encouraged
will be banned
Slide 25 - Sleepvraag
Use the passive: The windows (clean) __ right now.
Slide 26 - Open vraag
Direct and indirect speech
Van direct naar indirect speech ga je altijd één stap terug in de tijd.
Direct: "I am not going to the party" said Amy.
Indirect: Amy said that she was not going to the party.
Slide 27 - Tekstslide
Give the indirect speech: "I have just finished the analysis" said the doctor.
Slide 28 - Open vraag
Give the indirect speech: " I will help you" said Amy.