Prepositions of time and place


Prepositions of time and place
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les


Prepositions of time and place

Slide 1 - Tekstslide

Goal:
I know how to use the prepositions of place and time correctly.

Slide 2 - Tekstslide

Prepositions
Prepositions = voorzetsels

On, in & at 
Kunnen gebruikt worden voor plaats en voor tijd

Prepositions of time
On: voor dagen & data (vb: on Tuesday, on October 15)
In: voor maanden, jaartallen, seizoenen, dagdelen (vb: in January, in 2012, in spring, in the evening)
At: voor specifieke tijden op een dag, voor feestdagen (vb: at 8 a.m., at lunch time)

Slide 3 - Tekstslide

Prepositions - vervolg
Prepositions of place
On: oppervlakken, openbaar vervoer, wegen/straten/rivieren
(vb: on the table, on the bus, on the Mississippi)

In: algemene plaatsen, steden/landen, dingen in een gebied of ruimte
(vb: in a crowded city, in Germany, in hospital)

At: specifieke locaties, speciale plaatsen
(vb: at home, at the station)

Slide 4 - Tekstslide

Let's practice!

Slide 5 - Tekstslide

Which preposition?
... September
A
in
B
at
C
on

Slide 6 - Quizvraag

Prepositions of time
I play soccer ... Thursday.
A
at
B
on
C
in
D
last

Slide 7 - Quizvraag

prepositions:
Did you get ___ the bus in time?
A
in
B
on
C
at

Slide 8 - Quizvraag

Prepositions of place:
I'm ______ my car.
A
at
B
in
C
on

Slide 9 - Quizvraag

Prepositions of place:
The picture is ____ the wall.
A
at
B
in
C
on

Slide 10 - Quizvraag

Prepositions of place:
I'm ______ the bus.
A
at
B
in
C
on

Slide 11 - Quizvraag

Prepositions of place

Pick the right answer!
A
I’m on an airplane.
B
I’m in an airplane.

Slide 12 - Quizvraag

Prepositions of time
Work starts ... 7 o'clock.
A
at
B
on
C
in

Slide 13 - Quizvraag

Which preposition?
... winter
A
in
B
at
C
on

Slide 14 - Quizvraag

Prepositions of time
The concert starts ... 11 o'clock.
A
at
B
on
C
in

Slide 15 - Quizvraag

Lesdoel behaald?

I know how to use the prepositions of place and time correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll