Ec. bekeken 3TL: 5.2 Particulier en Collectief

Particulier of collectief?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Particulier of collectief?

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen klas 3T2
  • Ga rustig zitten volgens de plattegrond
  • Pak je boek en wacht tot dat de les begint. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heten de 3 lagen van de overheid ?

1 minuut bedenktijd ( geen vingers )
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

3 lagen van de overheid
  • Rijk (Koningrijk der Nederlanden)
  • Provincie (Bijv. provincie Gelderland)
  • Gemeente (Bijv. gemeente Arnhem)

Slide 4 - Tekstslide

Het Rijk: regering
Wat doet de regering?
  • bestuurt het land 

Slide 5 - Tekstslide

Programma
Terugblik vorige les
5.2 Particulier en Collectief
Vragen maken
Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide

Provincie
Het bestuur van de provincie regelt zaken als snelwegen, openbaar vervoer in de provincie en de drinkwatervoorziening.

De provincie is verantwoordelijk voor een deel van 
de infrastructuur.

Slide 7 - Tekstslide

De gemeente
  • Er zijn meer dan 300 gemeenten in Nederland
  • Je regelt er van alles: paspoort, ID-kaart, rijbewijs, verhuizingen
  • Zij regelen ook van alles: sportvelden, parkjes, schoolgebouwen, afval
  • Burgemeester en wethouders bepalen beleid. 
  • Regelen lokale zaken 
  • Maken verordeningen ( bv. zwemverbod) Geen wetten ( doet alleen Rijk)

Slide 8 - Tekstslide

Het waterschap 
Het waterschap is ook onderdeel van de overheid, ze zorgt voor:
> Dijken
> De waterstand
> De waterkwaliteit 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de collectieve sector.
- Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de particuliere sector.
- Ik kan voorbeelden noemen van de collectieve sector.
- Ik kan voorbeelden noemen van de particuliere sector.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

particuliere sector

Alle huishoudens en de bedrijven die bestaan van de verkoopopbrengst.

Slide 12 - Tekstslide

collectieve sector
Instellingen die voornamelijk door de overheid worden betaald.

Slide 13 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 14 - Tekstslide

sociale zekerheid
De maatregelen waarmee de overheid ervoor zorgt dat iedereen verzorging of inkomen krijgt die daar zelf niet voor kan zorgen.

Kun jij een voorbeeld noemen?

Slide 15 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid in Nederland geregeld is


Slide 16 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel

Slide 17 - Tekstslide

Ambtenaren

Ambtenaren zijn werknemers die in dienst zijn van de overheid.

Een ambtenaar werkt bijvoorbeeld bij de politie, het leger of in het onderwijs.

Slide 18 - Tekstslide

Privatiseren
Bij privatiseren verkoopt de overheid een dienst of activiteit aan de particuliere sector.

Redenen om te privatiseren:
  • Geen verantwoordelijkheid meer voor overheid
  • Bedrijven doen het beter en/of goedkoper

Voorbeelden van privatisering: KPN, NS, PostNL

Slide 19 - Tekstslide

nationalisatie
Het overgaan van bedrijven of instellingen van de particuliere naar de collectieve sector.

Slide 20 - Tekstslide

Privatisering en nationalisering
overheid
overheid
Particulier
Particulier
Privatisering
nationalisering

Slide 21 - Tekstslide

Kartel
Verboden prijsafspraken = kartel

Reden → onderlinge concurrentie beperken

Slide 22 - Tekstslide

Fusie
Soms voegen meerdere bedrijven samen om 1 groter bedrijf te vormen, dat kan door een fusie of overname.

Een fusie is wat meer van twee kanten.

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? opgaven 1 t/m 4 op bladzijde 12 en 13
Hoe ? In stilte
Tijd ? 10 minuten
Uitkomst ? bespreken



timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Verder aan de slag
Wat? lees leertekst op bladzijde 13 en maak opgaven 6 t/m 10
Hoe ? op fluistertoon met je buurman
Klaar ?  maak rekentrainer paragraaf 1 en 2 op bladzijde 35
Uitkomst ? nakijken 

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 26 - Tekstslide


Noem drie dingen die je geleerd hebt

Slide 27 - Open vraag

Noem twee dingen die je zou willen leren
Noem twee dingen die je zou willen leren

Slide 28 - Open vraag

Noem een vraag die je nog beantwoord wilt hebben
Noem een vraag die je nog beantwoord wilt hebben

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag!
Wat moet je nu doen?
  • Maak van 5.1 de opdrachten 1 t/m 8
  • Maak de rekentrainer 5.1
  • Nakijken van de opdrachten (digitaal)

Klaar?
- Samenvatting/mindmap maken van 5.1
- Leertekst van 5.2 lezen
Aan de slag!

Slide 30 - Tekstslide