In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Samenvattingsles
Les over alle thema's
Slide 1 - Tekstslide
Opbouw
In deze les behandelen we de belangrijkste punten uit het boek. De les wordt afgewisseld met theorie, mindmap en multiple choice vragen.
Slide 2 - Tekstslide
Thema 1 het beroep beveiliger
Waar werken beveiligers?
Wat is technische beveiliging?
Wat is manbeveiliging?
Slide 3 - Tekstslide
Thema 1 het beroep beveiliger
Begrippen belangrijkste taken:
Slide 4 - Tekstslide
Benoem de basisberoepshouding
Slide 5 - Woordweb
Thema 1 het beroep beveiliger
Algemene instructies: welke onderwerpen staan hierin?
Specifieke instructies: wat staat hier in beschreven?
Tijdelijke instructies: voorbeelden?
Twee soorten dienstverlening?
Slide 6 - Tekstslide
Welke voorbeelden horen bij publieke en private ruimtes?
Private ruimte
Publieke ruimte
Winkelcentrum
Park
Bedrijfsgebouw
Pleinen
Straat
Scholen
Ziekenhuis
Parkeerterrein
Slide 7 - Sleepvraag
Welk begrip hoort NIET bij de basisberoepshouding? Kies het beste antwoord.
A
Integer zijn
B
Proactief zijn
C
Initiatief nemen
D
Alert zijn
Slide 8 - Quizvraag
Thema 2 het werkveld
Welke functies zijn er?
Taken van politie, brandweer, ambulance en krijgsmacht?
Slide 9 - Tekstslide
Thema 3 basiskennis beveiliging
Waarom moeten gebouwen beveiligd worden?
Wat is een hoofddoel en nevendoel?
Doel beveiligen? Wat is bewaken?
Verschil tussen waarnemen en observeren?
Slide 10 - Tekstslide
Thema 3 basiskennis beveiliging
Wat is het primaire proces van een bedrijf? Welke te beschermen belangen kunnen er zijn?
Wat zijn OBE maatregelen?
Wat zijn 4 vormen van beveiliging?
Slide 11 - Tekstslide
Thema 3 basiskennis beveiliging
Benoem de drie soorten objecten met voorbeelden?
Welke soorten risico's zijn er?
Werkonderbreking
Stiptheidsactie
Staking
Weigeren besmet werk uit te voeren
Bedrijfsbezetting
Lijdelijk verzet
Slide 12 - Tekstslide
Thema 3 basiskennis beveiliging
Wat is een drone?
Wat zijn de regels voor camerabeelden?
Slide 13 - Tekstslide
Sleep de taken naar juiste vorm van beveiligen
Beveiliging door gebruik van dieren
Beveiliging van en tegen personen
Beveiliging met gebruik van hulpmiddelen
Beveiliging door mensen
Manbeveiliging
Materiële beveiliging
Personele beveiliging
Animale beveiliging
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is geen nevendoelstelling?
A
Winst maken
B
beveiligen zodat productieproces niet verstoord wordt
C
Goede arbeidsvoorwaarden, zodat er een laag ziekteverzuim is
D
Reclame maken
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het doel van beveiligen?
A
Een persoon of (deel van) een object voortdurend in de gaten houden
B
Ongewenste gebeurtenissen voorkomen zoals een bedrijfsongeval
C
Beveiligen zodat het productieproces niet wordt verstoord
D
Een te beveiligen omgeving, object of persoon beschermen tegen schadelijke invloeden van binnenuit buitenaf
Slide 16 - Quizvraag
Waar denk je aan bij informatiebeveiliging?
Slide 17 - Woordweb
Welke maatregelen kun je nemen bij informatiebeveiliging?
Slide 18 - Woordweb
Thema 5: communiceren
Verbale en non-verbale communicatie?
Wat is rapporteren?
Wat schrijf je in een dienstrapport?
Wat is een specifiek rapport?
Wat schrijf je hierin?
Slide 19 - Tekstslide
Thema 5: communiceren
Wat is etherdiscipline?
Wat is het NAVO-alfabet?
Spel AGRESSIE volgens het NAVO-alfabet
Slide 20 - Tekstslide
Wat is verbale communicatie?
A
Gesproken taal
B
Gesproken en geschreven taal
C
Lichaamstaal
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een firewall?
A
Programma dat automatisch updates laat uitvoeren van belangrijke besturings- en
beveiligingsprogramma’s
B
Software diecontrole uitvoert op informatie dievan internet ofeen netwerk binnenkomt
en deze informatie vervolgens blokkeert of doorlaat
C
Programma dat e-mail en andere bestanden scant op virussen, wormen en Trojaanse
paarden
Slide 22 - Quizvraag
Hoe voer je een corrigerend gesprek?
A
Vragen of men hier bewust van is, gedrag eindigen, gedrag benoemen, consequenties benoemen
B
Gedrag eindigen, vragen of men hier bewust van is, consequenties benoemen, gedrag benoemen
C
Gedrag benoemen, vragen of men hier bewust van is, gedrag beëindigen, consequenties benoemen
Slide 23 - Quizvraag
Wat wordt verstaan onder arbozorg?
A
De samenwerking tussen de bedrijfsarts en de directie van een bedrijf
B
Het geheel van vier onderdelen waar de Arbowet uit bestaat
C
De totale dienstverlening die een arbodienst levert aan een werkgever
D
De zorg die een werkgever en werknemer hebben t.o.v. arbeidsomstandigheden binnen een bedrijf
Slide 24 - Quizvraag
Wat wordt met deze omschrijving aangeduid: “het ongevraagd verspreiden van foto’s, filmpjes, tekeningen enz.”?
A
Pesten
B
Mobbing
C
Seksuele intimidatie
D
Plagen
Slide 25 - Quizvraag
Een beveiliger maakt in een mail zijn collega ‘zwart’ bij de andere collega’s. Hierbij is sprake van:
A
Een lichte vorm van non-verbale agressie
B
Een zware vorm van verbale agressie
C
Een licht vorm van fysieke agressie
D
Agressie met gebruiksvoorwerpen
Slide 26 - Quizvraag
Een klant is woedend als blijkt dat hij niet geholpen kan worden en schopt tegen een prullenbak aan en scheldt de receptionist uit. Hierbij is sprake van:
A
Boosheid
B
Instrumentele agressie
C
Frustratie agressie
D
Psychische agressie
Slide 27 - Quizvraag
Een beveiliger wordt door een collega aangerand. Hierbij is volgens de Arbocatalogus sprake van …
A
Een fysieke agressie in zware vorm
B
Een lichte vorm van non-verbale agressie
C
Een zware vorm van non-verbale agressie
D
Een fysieke agressie in lichte vorm
Slide 28 - Quizvraag
Welke soorten weerbaarheid zijn er?
Slide 29 - Woordweb
Thema 8: controleren en surveilleren
Wat is toegangscontrole?
Wat is visiteren?
Wat is sleutelbeheer?
Slide 30 - Tekstslide
Thema 9: preventie en repressie
Preventief handelen
Repressief handelen
In bewaring nemen
Wat moet je doen bij een bommelding?
Slide 31 - Tekstslide
Thema 10: proactief beveiligen
Dreigingsassessment?
Social engineering?
Criminele planningscyclus?
Dry-run?
Slide 32 - Tekstslide
Thema 10: proactief beveiligen
Benoem dadergroepen
Welke voorwaarden en competenties moet je als beveiliger hebben?
Slide 33 - Tekstslide
Wat is een stiptheidsactie?
A
Alles inzetten om de productie/efficiëntie te verlagen
B
Het werk stilleggen
C
Uit solidariteit werk niet uitvoeren
D
Praten met de werkgever
Slide 34 - Quizvraag
Iemand probeert binnen te komen in een object en liegt bij de vraag of hij een afspraak heeft. Dit is een voorbeeld van:
A
Frustratie agressie
B
Boosheid
C
Instrumentele agressie
D
Psychische agressie
Slide 35 - Quizvraag
Welke soort agressie kan beïnvloed worden door beheersbaarheid?
A
Agressie ten gevolge van psychopathologie
B
Instrumentele agressie
C
Agressie ten gevolge van alcohol
D
Agressie ten gevolge van dementie
Slide 36 - Quizvraag
Verbind het begrip uit de linkerkolom met de juiste omschrijving uit de rechterkolom
Gezag
Respect
Vriendelijkheid
Je ontvangt aanzien, fatsoenlijk gedrag
en waardering vanwege bepaalde
kwaliteiten, prestaties of vaardigheden.
Als mensen naar je luisteren omdat ze
daar zelf voor kiezen, niet omdat het
moet.
Een menselijke eigenschap, waarbij
iemand geïnteresseerd is in een ander,
geduldig en, aardig is en rekening houdt
met de ander.
Slide 37 - Sleepvraag
Sleep de taken naar de bijbehorende functies
Crowdcontrol
VIP begeleiden
Surveilleren bij klanten
Winkeldiefstal voorkomen
Advies brandveiligheid
De brandwacht
De winkelsurveillant
Persoonsbeveiliger
De evenementbeveiliger
De mobiel surveillant
Slide 38 - Sleepvraag
Verbind de arbeidsconflicten met de juiste omschrijving
Uit solidariteit geen werk uitvoeren waar gestaakt wordt
Een groep bezet het bedrijfsgebouw en neemt leiding
Het personeel stopt volledig met werken
Een waarschuwing waarbij het werk even wordt neergelegd
Taken worden zo nauwkeurig uitgevoerd dat het veel tijd kost
Werkonderbreking
Staking
Stiptheidsactie
Weigeren om besmet werk uit te voeren
Bedrijfsbezetting
Slide 39 - Sleepvraag
Particuliere beveiligingsorganisaties worden in 5 groepen verdeeld, zoek de juiste omschrijving bij de groep.