4.2 Duitsland: de Europese reus

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Opdracht paragraaf 1
Filmpje Duitsland inclusief vragen
Uitleg paragraaf 2
Maken online opdrachten paragraaf 2

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je...
Kenmerken van de Duitse industrie noemen
Uitleggen wat de voordelen zijn van agglomeratie
Regionale economische verschillen in Duitsland verklaren
Demografische verschillen in Duitsland verklaren

Slide 4 - Tekstslide

regionaal?

Slide 5 - Woordweb

Economisch?

Slide 6 - Woordweb

Demografisch?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Welk gegeven over armoede (in Duitsland) wordt op nationaal schaalniveau gegeven?

Slide 9 - Open vraag

Met welk gegeven op regionaal schaalniveau wordt geïllustreerd dat er binnen Duitsland verschillen bestaan.

Slide 10 - Open vraag

Welke twee redenen worden gegeven die de verschillen op zeer lokaal, zelfs individueel, schaalniveau kunnen verklaren.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit hoe die individuele verschillen (mede) het gevolg zijn van wetgeving op nationaal schaalniveau.

Slide 12 - Open vraag

Kaart 100H uit de atlas

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk in de Grote Bosatlas 55e editie kaart 100H.
Beschrijf de welvaartsverschillen tussen regio’s in Duitsland.

Slide 14 - Open vraag

Hoe zijn deze verschillen te verklaren? Gebruik eventueel de theorie van dit hoofdstuk.

Slide 15 - Open vraag

Na de Tweede Wereldoorlog
De economie groeide snel, vooral de chemie en auto-industrie.
Hier had je hooggeschoolde arbeiders voor nodig. 
De hightechindustrie ontstond. 

Slide 16 - Tekstslide

Je start een autofabriek,
wat heb je nodig in de nabije omgeving?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zoek op: Wat is een multinationale onderneming?

Slide 21 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een Duitse MNO

Slide 22 - Open vraag

Soorten industrie 
Zware industrie: fabrieken die veel ruwe grondstoffen gebruiken zoals steenkool en ijzererts  (TATA steel)
Lichte industrie: fabrieken die van halffabricaten producten maken zoals kleding of huishoudelijke producten

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Welke kenmerken van de zware industrie worden in het filmpje genoemd?

Slide 26 - Open vraag

Verschillende sectoren om banen in te delen
Primaire sector: landbouw, grondstoffen vinden
Secundaire sector: industrie, grondstoffen verwerken
Tertaire sector: diensten die winst maken, verwerkte grondstoffen verkopen 
Quartiare sector: diensten die geen winst maken (overheid)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Een slager behoort tot de secundaire en tertaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

De belastingdienst behoort tot de quartaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Een boer behoort tot de primaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Een taxichauffeur behoort tot de secundaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Stelling: Zware industrie verwerkt kolen, lichte industrie verwerkt ijzererts
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Stelling: een kapper werkt in de tertaire sector en een boer in de secundaire sector
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Regionale verschillen
Na de val van de muur:
- Oost Duitsland was slecht ontwikkeld, bedrijven konden de concurrentie niet aan en gingen failliet - oplossing: investeren in infrastructuur
- Ruhrgebied en Saarland hoge werkloosheid door sluiting mijnen en zware industrie - oplossing: het gebied hervormen 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Het Ruhrgebied 

Slide 37 - Tekstslide

München

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Bevolkingsontwikkeling
Figuur 11 uit je leerboek
Wat zie je terug in de figuur?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 42 - Open vraag

Schrijf vragen die je nog hebt over de les hier op

Slide 43 - Open vraag

Tips/tops over deze les?

Slide 44 - Open vraag