09b | §1.5: Laag-Nederland - deel 2 | ALDJ

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

  WELKOM!

  Pak je lesboek en AK-schrift.

DEZE LES

TERPEN, DIJKEN EN POLDERS IN LAAG-NEDERLAND

 LESPROGRAMMA

Vandaag:

Terpen, dijken en polders in Laag-Nederland

Hoog-Nederland

Stuwwallen, zwerfstenen

Terpen, dijken en polders

terugblik

vorige les

uitleg

aan de slag

check leerdoelen

 LEERDOELEN

Aan het einde van de les kan je....

• … uitleggen wat terpen, dijken en polders zijn.
• ... meerdere kenmerken van Laag-Nederland benoemen.

Het Nederlands landschap

1 Hoog-Nederland

2 Laag-Nederland

Maas

Rijn

IJssel

Waal

Neder-Rijn

Hoog-Nederland: vorming landschap vooral door de rivieren.

Laag-Nederland: vorming landschap vooral door de Noordzee.

Als de zeespiegel omhoog gaat, zal Oost-Nederland
onder water komen staan.

Uitspraak

juist

onjuist

Wat zijn de gevolgen wanneer steden als Rotterdam en Amsterdam onder water komen te staan?

Hoe bescherm je je huis tegen constante overstromingen?

Hoe bescherm je je huis tegen constante overstromingen?

terp

_____________

"woonheuvel"

Verhoging in het landschap

dijk

_____________

Hoe bescherm je je huis tegen constante overstromingen?

langgerekte verhoging om water van de zee of rivier tegen te houden

Hoe bescherm je je huis tegen constante overstromingen?

polder

Stuk land dat onder zeeniveau ligt. Daarom moet het waterpeil geregeld worden.   

Laag-Nederland

terpen:

Door mensen gemaakte
verhoging als bescherming tegen
het zeewater.

polder:

Langgerekte verhoging om water
van de zee of rivier
tegen te houden.

 

dijk:

Stuk land dat onder zeeniveau ligt. Daarom moet het waterpeil hier geregeld worden. 

Klaar met het schrijven van de aantekening?

Lees alvast de tekst van
§1.5: Laag-Nederland

(leerboek p. 20-21). 

Filmpje

Terpen, dijken en polders

Waar plaats je de pomp?

Leg uit hoe de Waddenzee ervoor heeft gezorgd dat veen kon ontstaan.

1.  De zee nam fijn zand mee en er ontstonden duinen aan de kust. 
2. Er kwam een gat in de duinen, waardoor het zeewater naar binnen stroomde.
3.  Als het gat in de duinen weer dichtging, ontstond er een groot moeras.  
4. Wanneer het water stilstond, zakten de kleideeltjes naar beneden en ontstond er een zeekleigebied.
   
5. De dode plantenresten hoopten zich op onder het water, hierdoor ontstond veen.

 LEERDOELEN

Aan het einde van de les kan je....

• … uitleggen wat terpen, dijken en polders zijn.
• ... meerdere kenmerken van Laag-Nederland benoemen.