In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Tekstverband: Logische opeenvolging in een tekst
Slide 1 - Tekstslide
timer
1:00
Welke signaalwoorden kun je invullen?
..... die grote helm ziet hij niets. Je kunt die computer gebruiken..... je maar geen spelletjes speelt De lijm lost hierdoor op..... je de deksel los kunt maken Ik was niet geconcentreerd en ..... nog moe van gisteren
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden want en omdat?
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
reden
Slide 7 - Quizvraag
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden maar, toch en echter?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie
Slide 8 - Quizvraag
Om welk tekstverband gaat het hier?
Ik kreeg een hapje en een drankje.
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 9 - Quizvraag
Met welk tekstverband hebben we hier te maken?
Ik ben van mening dat we geen vlees meer moeten eten, maar mijn beste vriend denkt daar anders over.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Reden
Slide 10 - Quizvraag
Met welk tekstverband hebben we hier te maken?
Als jij mijn tas inpakt, koop ik onderweg iets lekkers voor je.
A
Volgorde van tijd
B
Opsomming
C
Voorwaarde
D
Doel - middel
Slide 11 - Quizvraag
Met welk tekstverband hebben we hier te maken?
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
Oorzaak-gevolg
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Doel - middel
Slide 12 - Quizvraag
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden bovendien en ten slotte?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
samenvatting
Slide 13 - Quizvraag
Om welk tekstverband gaat het hier?
Volgende week zijn er verschillende keuzedelen, zoals de TC-3-training.
A
reden
B
opsomming
C
samenvatting
D
voorbeeld
Slide 14 - Quizvraag
Om welk tekstverband gaat het hier?
Er was zoveel regen gevallen waardoor het kunstgras ging golven.