H2c 3.9. Fragewörter, Zahlen, PLE C

Willkommen!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Guten Tag, Frau Rörig

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm Montag, 2.9.
Wörterliste B
Fragewörter
Zahlen
Aussprache
Sprechen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Jullie kennen de Duitse vraagwoorden en kunnen ze gebruiken!
Jullie kunnen tot 10 tellen!
Jullie kunnen een kennismakingsgesprek voeren!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wörterliste A
14 voldoende

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze / Vertaal
d>nl

1. die Grenze         de grens
2. bedeuten          betekenen
3. in der Nähe      in de buurt
4. bunt                    gekleurd, bont


nl>d

5.  de naam        der Name
6.  maar                aber
7.   Nederland    die Niederlande
8.  fout                  falsch

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wörterliste B
Zettel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze / Vertaal
d>nl
1.  die Insel        
2. es gibt          
3. ankreuzen      
4. in Urlaub fahren               


nl>d
5.  ook        
6.  of                
7.   zien    
8.  gaan                 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deutsch sprechen:


Ich heiße               Enna Rörig                             Wie heißt du?
Mein Name ist     Enna Rörig

Ich wohne in         Delft                                          Wo wohnst du?

Üben mit Nachbarn

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagwoorden
Buch Seite 18
7 lesen
(HA)

Slide 10 - Tekstslide

HA Aufgabe 4 kontrollieren!

Schreib ab:

Was?
Warum?
Wer?
Wo?
Wie?
Woher?
Wohin?


Übersetze:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Was?
Warum?
Wer?
Wo?
Wie?
Woher?
Wohin?



Wat?
Waarom?
Wie?
Waar?
Hoe?
Waar vandaan?
Waar naartoe?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

..... heißt dein Vater?
A
Wo?
B
Wann?
C
Wer?
D
Wie?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... hast du gesagt ?
A
Wann?
B
woher?
C
Warum?
D
Was?

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

..... alt bist du?
A
Wie?
B
Wo?
C
Was?
D
Wann?

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alphabet
Buch Seite 20

Was klingt anders? Markiere!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erklärung: Vokale (klinkers)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
Adresse
fahren
E
Esel
essen
 I
Igel
trinken

O 
Ohr
Loch
U
Buch
nur 
Umweg
Fluss
Unterricht

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Umlaut

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
hatte
der Laden
der Magen
Klasse
Straße
hacken

Ä
hätte
die Läden
die Mägen
das Mädchen
die Fähre
Ägypten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

O
der Ofen
das Loch
der Frosch
groß
der Kloß
Rosenheim

Ö
die Öfen
die Löcher
die Frösche
größer
die Klöße
Köln

Rörig

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

U

das Buch
die Mutter

Ulm
Stuttgart
Hamburg
Ü

die Bücher
die Mütter

München
Düsseldorf
Nürnberg

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diphthonge
  • eu = oi
  • äu = oi

  • ei = ai
  • au = au

     Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EU

der Euro
Europa
euch
eure
Leute



ÄU

die Häuser
die Sträuße
die Bäuche

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AU

das Haus
der Strauß
der Bauch



ÄU

die Häuser
die Sträuße
die Bäuche

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache - Zischlaute

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"g" - "ch"
de "g" klinkt als Engelse "g" > goodluck - Guten Morgen

ch
Ach-Laut
Ich-Laut

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
  • Ich-Laut & Ach-Laut

  • ch nach a, o, u und au --> Ach-Laut
  • ch nach andere Vokale (klinkers) und Konsonanten (medeklinkers)  --> Ich-Laut (zachte g)
  • ch + s  -->  ks        (sechs, Lachs)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plauderecke
Seite 20
Hören
Gesprach führen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sprechen
Buch Seite 21
Aufgabe 14

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wörterliste D/F
Seite 40

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben für Montag 3.9. (2de)
Lernen:      Vraagwoorden 
Machen:    Seite 17, Aufgabe 6
                      
Zitten blijven, tot de bel gaat!!!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat?
Wie?
Waar?
Waarom?
Waarheen?
Waarvandaan?
Hoe?
Was?
Wer?
Wo?
Wann?
Warum?
Wohin?
Welche?
Woher?
Wie?

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zahlen
Buch Seit 44
Lies die Zahlen 1-10!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bingo
Buch Seite 19
Aufgabe 9

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies