V2 ch3 cours 2 25-02-2021

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programme
- les devoirs 4, 6, 7
- vocabulaire
- grammaire C
- au travail

Slide 2 - Tekstslide

Exercice 6
Tu as .... Sh'ym à la télévision, hier?
Oui, elle chante bien! Elle a une très belle ...
Samedi prochain, je vais ... son concert à Paris.
C'est un cadeau de mes parents parce que j'ai bien travaillé ... à l 'école.
C'est cool! Sh'ym est ..., mais je préfère David Guetta.
Je suis allé à son concert vendredi dernier. Après .... j'ai rempli un questionnaire.
Je vais peut-être gagner ... avec David Guetta.
Oh! Tom, c'est génial. Je ... bien David Guetta. C'est mon idole!
voix
connais
l'origine
toute l'année
oublié
assister à
la nouvelle
pas mal
une rencontre
vu
le spectacle

Slide 3 - Sleepvraag

Le vocabulaire
Er volgen nu een aantal meerkeuzevragen over de vocabulaire.

Let op! Je hebt steeds slechts 10 seconden!

Slide 4 - Tekstslide

Traduis: Het liedje
A
chanter
B
la rencontre
C
la chanson
D
le spectacle

Slide 5 - Quizvraag

Traduis: geven
A
regarder
B
parler
C
trouver
D
donner

Slide 6 - Quizvraag

traduis: Vergeten
A
donner
B
oublier
C
trouver
D
chanter

Slide 7 - Quizvraag

traduis: Hoe
A
Qui
B
Comment
C
Qu'est-ce que
D
Quel

Slide 8 - Quizvraag

complète
écrire
parler
regarder
Écouter
Lire
Choisis
Remplis
traduis
souligne
vul aan
schrijven
kijken
onderstreep
lezen
Luisteren
kies
praten
Vul in
vertaal

Slide 9 - Sleepvraag

Texte A
Ik haal er nog even twee zinnen uit:

-  Moi, j'ai surtout aimé Amel Bent. Elle chantait vraiment très bien.

- C'était super!

Wat betekenen deze twee zinnen?
In welke tijd staan ze?


Slide 10 - Tekstslide

Bron C: L'imparfait
De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?

Slide 11 - Tekstslide

présent - imparfait
ik heb - ik had
ik ben - ik was
ik ga - ik ging
ik loop - ik liep
ik werk - ik werkte
ik eet - ik at
ik praat - ik praatte

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2
Haal -ons van het ww af

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter

Slide 13 - Tekstslide

Uitgangen imparfait
Je parlais
Tu parlais
Il/ elle/ on parlait
Nous parlions
Vous parliez
Ils/ elles parlaient

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.
vb: hij praatte --> praten --> parler --> parlons

stap 2
Haal -ons van het ww af
vb: parlons --> parl

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter
vb: parl --> il parlait

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zeg je: Wij praatten
A
Nous parlons
B
vous parlez
C
nous parlions
D
vous parliez

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal: Zij hadden
A
ils avaient
B
ils avait
C
ils avent
D
ils ont

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: Zij nam
A
elle prendrait
B
elle prendait
C
elle prenait
D
elle prenaient

Slide 18 - Quizvraag

Uitzonderingen...
être --> uiteraard!

Bij dit ww gebruik je niet de nous-vorm om de imparfit te maken, maar je gebruikt
ét....

En daar plaats je de uitgangen achter. Bijv.
Elle était

Slide 19 - Tekstslide

Vous avez encore des questions?

Slide 20 - Tekstslide

Les devoirs pour la semaine prochaine
Faire:
- 13, 14, 15

Apprendre:
- vocabulaire A + B
- grammaire C

Slide 21 - Tekstslide