19 januari

Gedifferentieerd oefenen voor de toets
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gedifferentieerd oefenen voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

a) troebel
b) bodemloos
c) helder

Slide 4 - Tekstslide

welke is juist?
A
troebel
B
bodemloos
C
helder

Slide 5 - Quizvraag

a) producten
b) papier
c) afval

Slide 6 - Tekstslide

welke is juist?
A
producten
B
papier
C
afval

Slide 7 - Quizvraag

a) waarderen
b) kritiek geven
c) Kiezen

Slide 8 - Tekstslide

welke is juist?
A
waarderen
B
kritiek geven
C
kiezen

Slide 9 - Quizvraag

a) zuinig
b) geinteresseerd
a) zuinig
b) verspillend
c) geinteresseerd

Slide 10 - Tekstslide

welk antwoord is goed?
A
zuinig
B
verspillend
C
geinteresseerd

Slide 11 - Quizvraag

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 13 - Tekstslide

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 14 - Tekstslide

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 15 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 16 - Sleepvraag