21-9: H3 lezen + extra uitleg leestekens

Welkom
Pak alvast je boek erbij
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je boek erbij

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lezen
H3 Lezen: nieuwe tekstverbanden
Nakijken oefening leestekens
Extra uitleg leestekens/ lezen of boekopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
... kan je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
... kan je samenvattende, voorwaardelijke, toegevende en doel-middel verbanden in een tekst herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen
Log in via LessonUp.app

Slide 4 - Tekstslide

Waarom gebruiken we signaalwoorden in een tekst?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een kernzin?

Slide 6 - Open vraag

'Omdat' is een signaalwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

'Bijvoorbeeld' is een signaalwoord voor een concluderend verband
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

'Doordat, daardoor, dus, dankzij' zijn signaalwoorden voor een oorzakelijk verband
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord voor een redengevend verband?
A
Kortom
B
Doordat
C
Daarom
D
Zoals

Slide 10 - Quizvraag

Bij een toelichtend verband...
A
Worden gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde beschreven.
B
Worden verschillende dingen achter elkaar genoemd.
C
Worden tegenovergestelde dingen genoemd.
D
Wordt extra informatie gegeven (vaak een voorbeeld).

Slide 11 - Quizvraag

Vier nieuwe tekstverbanden
  • Zie blz. 76-77
  • Schrijf mee! 

Slide 12 - Tekstslide

Doel-middelverband
  • Geeft middel aan om doel te bereiken 
  • Signaalwoorden: zodat, met (behulp van), middels, aan de hand van, door middel van, opdat
  • Bijv.: 'We kijken de opdrachten na, zodat jullie kunnen leren van jullie fouten.'

Slide 13 - Tekstslide

Samenvattend verband
  • Auteur geeft korte weergave van informatie uit de tekst
  • Signaalwoorden: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
  • Bijv.: 'Met andere woorden: er wordt te veel geklierd en te weinig gewerkt.' 

Slide 14 - Tekstslide

Voorwaardelijk verband
  • Geeft aan onder welke voorwaarden iets gebeurt
  • Signaalwoorden: als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits
  • Bijv. 'We kunnen nog een potje Lingo doen, mits jullie hard aan de slag gaan.'

Slide 15 - Tekstslide

Toegevend verband
  • Een andere kant van een zaak wordt aangegeven 
  • Signaalwoorden: ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin
  • Bijv.: 'Hoewel ik dat graag zou willen, doe ik het niet.'

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1: vraag 2 t/m 5 en 10 t/m 12, blz. 76-77 
  • 10 minuten
  • Klaar? Even pauze
  • We kijken na als iedereen klaar is

Slide 17 - Tekstslide

Laatste onderdeel
Kiezen uit:
  1. Extra uitleg/ oefenen leestekens
  2. Lezen
  3. Werken aan fictie-opdracht (zie Classroom)

Slide 18 - Tekstslide

Verschil komma en punt
  • Komma: korte pauze > lees de zin voor, dan hoor je het!
  • Punt: "langere pauze" > ook dit kan je goed horen als je de zin voorleest. De zin is echt afgesloten en je gaat door naar de volgende zin.
    Bijv.: 'Maria houdt erg van voetbal () ook vind ze het leuk om te tennissen en te zwemmen.'  > lange of korte pauze?

Slide 19 - Tekstslide

Puntkomma
  • Zit een beetje tussen punt en komma
  • Een punt kan soms ook, maar dan staan de mededelingen losser van elkaar. 
  • Maar: een komma kan niet. Het gaat namelijk echt om twee zelfstandige zinnen. 
    Bijv.: 'Afgelopen zomer was het erg warm; vooral in augustus was het vaak boven de 30 graden.'

Slide 20 - Tekstslide

Dubbele punt
  • Als je in het 1e deel van de zin 'de/ het volgende' of 'als volgt' kan toevoegen
    Bijv.: 'Het advies luidt dan ook [als volgt]: maak de kuur helemaal af. '
  • Of in het 2e deel van de zin 'namelijk, immers of want' kan toevoegen
    Bijv.: 'We hebben een mooie zomer gehad: er was [namelijk] veel zon en de temperaturen waren aangenaam.' > puntkomma kan ook
    Bijv.: 'Ik kom iets later: [want] ik sta nog in de file.' > puntkomma kan ook

Slide 21 - Tekstslide

https://onzetaal.nl/taalloket/komma-algemene-regels > kijk hier voor nog meer uitleg over de komma
Extra oefenen kan in de online methode

Slide 22 - Tekstslide

Verschil samenvattend en concluderend
  • Samenvattend verband: in de tekst wordt het onderwerp uitgebreid besproken. In de samenvattende zin wordt het belangrijkste nog eens benoemd. 
  • Concluderend verband: in de tekst worden bepaalde uitspraken over een onderwerp gedaan. In een concluderende zin wordt uiteindelijk benoemd wat dit dan betekent.

Slide 23 - Tekstslide

Vooruitblik
Woensdag 5 oktober: SO Lezen
Woensdag 12 oktober: inleveren boekopdracht 1
Staat al in Magister & Classroom :)

Slide 24 - Tekstslide