paragraaf 1 en 2 krachten herkennen en meten

H2 krachten.
paragraaf 1 en 2 krachten herkennen en meten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 krachten.
paragraaf 1 en 2 krachten herkennen en meten

Slide 1 - Tekstslide

uitwerking van krachten.
krachten kan je normaal niet gelijk zien maar de uitwerking wel.

de kracht bepaald de richting maar ook een snelheid. de vorm van een voorwerp wordt ook veranderd dit hoeft niet voor altijd te zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

soorten krachten.
er bestaan verschillende soorten krachten.
je kan vaak aan de naam al zien wat voor kracht het is denk hierbij aan:
spierkracht, veerkracht, spankracht, zwaartekracht, wrijvings-kracht, magnetische kracht en elektrische kracht.

Slide 3 - Tekstslide

spierkracht

deze kracht vind je bij mensen en dieren. 

de kracht komt uit de spieren.


Slide 4 - Tekstslide

veerkracht.

veerkracht komt uit een matriaal of een voorwerp.

een elastiek heeft veel veerkracht. 
als je een elastiek uitrekt veranderd de vorm en laat je het los keert de vorm weer terug.

Slide 5 - Tekstslide

spankracht.
spankracht zit in een touw, kabel of ketting.

als je aan een touw trekt komt deze strak te staan zo ontstaat er spankracht

Slide 6 - Tekstslide

magnetische kracht.

magnetische kracht zit de kracht in een magneet.

een magneet kan iets aantrekken of juist afstoten.

Slide 7 - Tekstslide

elektrische kracht.
als een voorwerp een elektrische lading onstaat zit er ook een elektrische kracht in.

de elektrische lading trekt iets aan. de kracht die op het iets wordt uitgeoefend noemen we elektrische kracht.

Slide 8 - Tekstslide

wrijvingskracht.
als twee voorwerpen langs elkaar wrijven onstaat er wrijving. 

door wrijving kan iets beter voortbewegen of juist slechter.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

zwaartekracht.


zwaartekracht is de kracht waarmee aarde voorwerpen aantrekt.

door zwaartekracht val je altijd naar beneden.


Slide 11 - Tekstslide

zwaartekracht
bij alles wat je optilt voel je een kracht. 

dit is zwaartekracht.

hoe kleiner het gewicht hoe minder zwaartekracht

Slide 12 - Tekstslide

hoe hiermee te rekenen?
gewicht = massa x 10

je gebruikt voor gewicht symbool Fg (dit is in newton)

zwaartekracht heeft symbool Fz

Slide 13 - Tekstslide

zwaartekracht meten
je kan krachten meten met een kracht-meter.

in een kracht-meter zit een veer die de kracht meet dit noem je een veer-unster

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

aflezen
met een kracht-meter kan je de kracht aflezen.

om dit te kunnen moet je de schaal van de kracht meter goed snappen.

Slide 16 - Tekstslide

3 vragen
1. wat is de grootste kracht die je met deze meter kunt meten?

2. bij welk streepje van de schaal-verdeling staat de wijzer?

3. de waarde bij de wijzer is de kracht die je meet.


Slide 17 - Tekstslide