W24 FA 1VH H5 les 11

Bienvenue 1G
semaine 24
le 8 jusqu'à 12 juin
chapitre 5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue 1G
semaine 24
le 8 jusqu'à 12 juin
chapitre 5

Slide 1 - Tekstslide

La semaine dernière
Jullie hebben de afgelopen week een nieuw onderwerp van de grammatica geleerd le passé composé.
Jullie hebben drie filmtrailers bekeken, een keuze gemaakt en je mening gegeven.
En jullie hebben weer een paar zinnen vertaald. De antwoorden staan op de volgende slides.

(LET OP: wanneer je in je cahier d'activités en ligne werkt, kan je docent het ook zien wanneer je niets in hebt gevuld 😯)

Slide 2 - Tekstslide

Réviser -  les réponses
Mijn verjaardag is 10 juni.
Mon anniversaire, c'est le 10 juin.

Opmerkingen:
  • Wanneer je een datum noteert, begin je altijd met het woord le.

Slide 3 - Tekstslide

Réviser -  les réponses
Hij viert zijn verjaardag niet.
Il ne fête pas son anniversaire.

Opmerkingen:
  • Niet = la négation (de ontkenning). La négation heb je geleerd in chapitre 2. Ne komt voor de persoonsvorm en pas erachter.

Slide 4 - Tekstslide

Réviser -  les réponses
Zij is creatief en enthousiast.
Elle est créative et enthousiaste.

Opmerkingen:
  • Creatief: in je boek staan twee vormen créatif/créative. Omdat het onderwerp hier vrouwelijk is (elle) noteren we créative.

Slide 5 - Tekstslide

Réviser -  les réponses
(De) volgende week speelt het team
La semaine prochaine l'équipe joue. / L'équipe joue la semaine prochaine.

Opmerkingen:
  • De zinsopbouw in het Frans is iets anders dan in het Nederlands: eerst het onderwerp, dan de persoonsvorm: l'équipe joue
  • De bepaling van tijd (volgende week) komt in een Franse zin helemaal vooraan of helemaal achteraan.

Slide 6 - Tekstslide

Cette semaine
  • Vous faites une exercice du passé composé. (Jullie maken een oefening over de passé composé)
  • Vous faites partie E: regarder & partie F: lire. (Jullie maken partie E: regarder & partie F: lire)


Slide 7 - Tekstslide

Cette semaine
À la fin de cette semaine.....
kunnen jullie:
  • de belangrijkste informatie uit een film begrijpen.
  • een artikel begrijpen waarin mensen beschreven worden.
kennen jullie:
  • de kleuren
  • woorden die te maken hebben met eigenschappen en karakter
weten jullie:
  • hoe je zoekend luistert of kijkt.

Slide 8 - Tekstslide

Réviser
Op de volgende slides staan open en meerkeuze vragen over de passé composé
Beantwoord de vragen.


Slide 9 - Tekstslide

Uit hoeveel woorden bestaat de passé composé?

Slide 10 - Open vraag

Welke is juist?
A
Tu as regardé
B
Tu as regardes
C
Tu as regarder
D
Tu regardes

Slide 11 - Quizvraag

Welke is juist?

Ils .....
A
ont manger
B
sont changé
C
ont bavardé
D
sont habiter

Slide 12 - Quizvraag

Welke is ONjuist?
A
Nous avons nagé
B
Nous avons dansé
C
Nous avons parler
D
Nous avons regardé

Slide 13 - Quizvraag

Geef de vertaling van:
jij hebt gegeven

Slide 14 - Open vraag

Geef de vertaling van:
u heeft gewoond

Slide 15 - Open vraag

Geef de vertaling van:
Léa heeft gezongen

Slide 16 - Open vraag

Cette semaine
Vous avez fini la première exercice (de eerste opdracht hebben jullie af):
  • Vous faites une exercice du passé composé. (Jullie maken een oefening over de passé composé)
Vous continuez avec (jullie gaan verder met):
  • Vous faites partie E: regarder & partie F: lire. (Jullie maken partie E: regarder & partie F: lire)

Slide 17 - Tekstslide

Les devoirs
Faire chapitre 5 ex 20 à 24 (24c maak je niet)
Let op: op de volgende slide plak je een foto van p. 29 uit je cahier d'activités
Apprendre voc A & B (p. 40 cahier d'activités B)
à = tot en met

Vous faites les exercices dans votre cahier d'activités en ligne.
In je online werkboek kan ik goed je vooruitgang zien en bijhouden.

Slide 18 - Tekstslide

Plak hier een foto van p. 29 (ex 21 & 22).
Bij ex 21 moet je iets kleuren, bij ex 22 moet je iets tekenen.

Slide 19 - Open vraag

Leertips vocabulaire 
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 20 - Tekstslide