Module 2 les 2 Tekstverbanden

Nederlands periode 2
Vier lessen in p2
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands periode 2
Vier lessen in p2
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3

Slide 1 - Tekstslide

Domein lezen en luisteren
1. Leesstrategieën
2. Tekstverbanden
3. Kritisch lezen
4. Examentraining


Slide 2 - Tekstslide

Thema leesmanieren
Aan het einde van de les:​
 

- ken je de regels van de meervoudsvorming met de –s en de ‘s;​
- kun je de volgende tekstverbanden herkennen: tegenstellend, concluderend, toelichtend, voorwaardelijk en samenvattend;​
- kun je informatie op basis van signaalwoorden ordenen voor een beter begrip


Slide 3 - Tekstslide

Programma vandaag
Taalverzorging

Inleiding

Theorie tekstverbanden

Aan de slag

Afsluiting
10 minuten

5 minuten

15 minuten

10 minuten

5 minuten
Programma vandaag

Slide 4 - Tekstslide

Taalverzorging
scheidbare werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Welk hele werkwoord zie je in deze zin?
‘De slager doet elke ochtend zijn beschermende schort aan.’ ​

Slide 6 - Open vraag

Scheidbare werkwoorden
Welke zes scheidbare werkwoorden vind je in dit filmpje?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden
1. Uitleggen​

2. Losmaken​
3. Apart zetten
4. Terechtkomen​
5. Samenkomen​
6. Wijsmaken




Slide 8 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?

Slide 10 - Woordweb

Terugblik
Vorige periode hebben we gesproken over ‘signaalwoorden’.​​
Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende zinnen of alinea’s.

Vaak zijn dit VOEG-woorden. 
Ze voegen twee delen samen die bij elkaar horen!




Slide 11 - Tekstslide

Tekstverbanden
Wij hebben in periode één deze verbanden besproken:
TIJD

OORZAAK - GEVOLG

DOEL - MIDDEL

OPSOMMING






Slide 12 - Tekstslide

Tekstverbanden 
De volgende verbanden komen nu aan bod:

- tegenstelling 
- conclusie
- toelichting
- voorwaarde
- samenvatting
- reden/verklaring

Slide 13 - Tekstslide

Tegenstelling
Signaalwoorden die horen bij een tegenstelling:
- maar
- echter
- enerzijds/anderzijds
- toch

Voorbeeld
Vanmiddag moet ik leren, maar ik ga toch de stad in. 


Slide 14 - Tekstslide

Conclusie
Signaalwoorden die horen bij een conclusie:
- dus
- daaruit volgt
- concluderend
- ............blijkt

Concluderend kunnen wij zeggen dat het eten van insecten nog niet veel gedaan wordt in Nederland.


Slide 15 - Tekstslide

Toelichting
Signaalwoorden die horen bij een toelichting:
- bijvoorbeeld
- ter illustratie
- zo
- zoals

Zo zijn er in de supermarkten nog weinig tot geen producten te vinden met insecten.


Slide 16 - Tekstslide

Voorwaarde
Signaalwoorden die horen bij een voorwaarde:
- als 
- indien
- tenzij
- aangenomen dat

Als er meer producten met insecten worden aangeboden in supermarkten, zijn er misschien meer mensen die het zouden proberen.


Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
Signaalwoorden die horen bij een samenvatting:
- kortom
- samengevat
- al bij al

Kortom, meer producten met insecten in de supermarkt, kan zorgen voor meer mensen die het willen proberen.


Slide 18 - Tekstslide

Reden/verklaring
Signaalwoorden die horen bij een reden/verklaring:
- omdat
- want
- immers
- daarom

Want als mensen geen kennis maken met dit soort producten, gaat het eten van insecten geen plek in de Nederlandse huishoudens innemen.


Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 

Jullie krijgen straks een aantal zinnen te zien, waarin signaalwoorden onderstreept zijn. 
Geef het juiste tekstverband aan. 

Slide 21 - Tekstslide

Fraudeurs hebben de website van Marktplaats nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Marktplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.

Welk tekstverband past bij deze zin.
Het signaalwoord is 'en'
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Doel - middel
D
Oorzaak - gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.

Welk tekstverband past bij deze zin.
Het signaalwoord is 'maar'
A
Tegenstelling
B
Samenvatting
C
Tijd
D
Voorwaarde

Slide 23 - Quizvraag

De site lijkt sprekend op de echte pagina van Dixons. De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening.

Welk tekstverband past bij deze zin.
Het signaalwoord is 'want'
A
Voorwaarde
B
Samenvatting
C
Reden
D
Tijd

Slide 24 - Quizvraag

Daarmee is de schade direct geleden.

Welk tekstverband past bij deze zin.
Het signaalwoord is 'daarmee'
A
Tegenstelling
B
Voorbeeld
C
Reden
D
Doel - middel

Slide 25 - Quizvraag

Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.

Welk tekstverband past bij deze zin.
Het signaalwoord is 'in plaats van'
A
Verklaring
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Doel - middel

Slide 26 - Quizvraag

Daarna zijn veel mensen gezwicht voor de verleiding en ‘kochten’ de iPhone.

Welk tekstverband past bij deze zin.
Het signaalwoord is 'Daarna'
A
Verklaring
B
Reden
C
Tijd
D
Doel - middel

Slide 27 - Quizvraag

Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide

Terugblik

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Noem 2 dingen

Slide 30 - Woordweb


Als het filmpje van SVO over signaalwoorden klaar is, kun je hier de link delen, zodat ze het terug kunnen kijken.

Slide 31 - Tekstslide

Mentoruur
Maak de taak 'splitsbare werkwoorden' in NUMO

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide