In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
De pv past zich aan het onderwerp aan:
Ik neem een Big Mac.
Neem jij een Big Mac?
Hij neemT een Big Mac.
Wij nemEN een Big Mac.
De pv verandert van tijd:
Ik neem een Big Mac. Ik smul ervan.
Ik nam een Big Mac. Ik smulde ervan.
Sterk werkwoord, want Zwak werkwoord, want
het verandert van klank. het verandert niet van klank.
2. Maak de zin vragend. Het werkwoord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm
Bijvoorbeeld:
- Ik fiets naar school
- Fiets ik naar school?