Een microkrediet is een kleine lening die verstrekt wordt aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden die niet kunnen lenen bij traditionele banken.
Slide 8 - Tekstslide
Microkredieten:
kunnen helpen om de economische ontwikkeling van die landen te verbeteren.
worden verstrekt door hulporganisaties. Maar ook de overheid en banken werken eraan mee.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Wat is mikrokrediet?
Slide 11 - Open vraag
Internationaal Monetair Fonds
Organisaties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) geven gewone leningen aan ontwikkelingslanden.
Dat gebeurt vaak tegen gunstige voorwaarden, zoals een lage rente of een langere periode van terugbetalen. Ook wordt soms de lening (of een deel ervan) kwijtgescholden.
Slide 12 - Tekstslide
Wisselende inkomsten
Veel ontwikkelingslanden zijn voor hun inkomsten afhankelijk van de export van landbouwproducten en grondstoffen.
Bij de handel in deze producten kunnen de prijzen op de wereldmarkt sterk schommelen. Daardoor hebben ontwikkelingslanden wisselende exportinkomsten en de importerende landen wisselende kosten.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe komt het dan ontwikkelingslanden te maken hebben met wisselende inkomsten?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Grondstoffenovereenkomst
Om grote prijsschommelingen tegen te gaan, kunnen ontwikkelingslanden en de landen die hun producten en grondstoffen exporteren met elkaar grondstoffenovereenkomsten afsluiten.
Dat zijn afspraken die bedoeld zijn om de prijzen van bepaalde grondstoffen stabiel te houden.
Slide 16 - Tekstslide
Buffervoorraden
Om de prijzen van grondstoffen stabiel te houden kunnen landen die die grondstoffen leveren buffervoorraden aanleggen. Daarmee kunnen ze het aanbod afstemmen op de vraag op de wereldmarkt.
Slide 17 - Tekstslide
Waarom werken ontwikkelingslanden met een buffervoorraad?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Ontwikkelingssamenwerking
Met ontwikkelingssamenwerking werken rijke landen en ontwikkelingslanden wereldwijd samen om de welvaart in landen met een economische achterstand duurzaam te vergroten.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Soorten hulp
Structurele hulp - Deze hulp is erop gericht de oorzaken van armoede aan te pakken, zodat de arme landen economisch zelfstandig worden.
Bilaterale hulp - Als het ene land rechtstreeks hulp biedt aan een ander land.
Slide 22 - Tekstslide
Gebonden hulp - Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
Ongebonden hulp - Het ontvangende land is vrij om te bepalen waaraan ze het geld besteedt.
Noodhulp - Bij een natuurramp, extreme voedseltekorten of oorlog geven rijke landen dit vaak. Noodhulp is altijd hulp op korte termijn.
Slide 23 - Tekstslide
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.
Slide 24 - Quizvraag
Ongebonden hulp wil zeggen dat er geen voorwaarden gesteld zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Wat is bilaterale hulp?
Slide 26 - Open vraag
Wat is mikrokrediet?
Slide 27 - Open vraag
Bij een grondstoffenovereenkomst willen beide landen de prijzen stabiel houden.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Hoe komt het dan ontwikkelingslanden te maken hebben met wisselende inkomsten?
Slide 29 - Open vraag
Waarom werken ontwikkelingslanden met een buffervoorraad?