1. Dobbel met de kleine dobbelsteen en ga vooruit.
2. Dobbel met de oranje dobbelsteen en vervoeg het werkwoord.
De plaatjes
De dobbelstenen: Je mag nog een keer gooien!
Een of meerdere ganzen: Je vervoegt het werkwoord ser.
De brug(5): Ga door naar het bord (12), je beurt is voorbij.
Het bord (12): Ga terug naar de brug (5), je beurt is voorbij.
De put(18): Helaas, je moet helemaal terug naar start...
De gevangenis (29): Helaas, je moet een beurt overslaan.