Als ik minder
zou gamen, (dan)
zou ik betere punten
hebben.
Als ik de lotto zou winnen, (dan) zou ik een Porsche kopen.
Als ik gezonder zou eten, (dan) zou ik me beter voelen.
Als ik ziek zou zijn, (dan) zou ik niet naar school komen.
Na ‘zou’ gebruik je een infinitief.