PROVE TO MOVE les 1 werkproces 1 en 2

Les 2 doelen van deze les

Voorbereiding op de proeve (afstudeeropdracht) kerntaak 1 
Jullie examen opdracht is  :

Inventariseer met een cliënt of groep de hulpvraag en ontwikkel een plan van aanpak  (het zgn. ondersteuningsplan) Uitvoering na de kerstvakantie 



1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
sociaal werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 2 doelen van deze les

Voorbereiding op de proeve (afstudeeropdracht) kerntaak 1 
Jullie examen opdracht is  :

Inventariseer met een cliënt of groep de hulpvraag en ontwikkel een plan van aanpak  (het zgn. ondersteuningsplan) Uitvoering na de kerstvakantie 



Slide 1 - Tekstslide

Werken met (begeleidings)plannen
Werken met plannen is heel gewoon geworden binnen de sectoren waar de sociaal werker  werkzaam is. 
Toch bestaat het nog niet zo heel lang.  
Waar komt het vandaan?  

Kijk naar het volgende filmpje over zorgplannen
    

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Methodisch handelen in de welzijnssector
Als professional werk je planmatig.
Dit wil zeggen volgens een bepaalde aanpak toewerkt naar het bereiken van en doel.
Die aanpak bespreek je met collega's andere betrokkenen en natuurlijk de cliënt zelf.
In de wijlzijnssector doe je dus niet zomaar wat.
Je bent je steeds bewust wat je doet en hoe je dat doet.
 

Slide 4 - Tekstslide

Methodisch handelen in de welzijnssector
Als sociaal werker  krijg je te maken hulpverleningsplannen en leert ermee werken. Aan de hand van voorbeelden gaan we in op hoe zo’n plan is opgebouwd en wat de verschillende fasen inhouden.

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende namen voor plannen in zorg en welzijn
Hieronder zie je de diverse plannen en namen die binnen zorg en welzijn gebruikt worden op een rijtje.

Het gaat om de volgende plannen:
a. zorgplan (gaat over de precieze invulling van de zorg die gegeven wordt. bv ziekenhuis)
b. zorgleefplan  (voornamelijk gebruikt bij de ouderenzorg)
c. ondersteuningsplan  (gehandicaptenzorg)
d. revalidatieplan ( gebruikt in revalidatiecentra)
e. begeleidingsplan ( Cliënten in de maatschappelijke zorg) 
f. behandelplan (psychiatrie en jeugdzorg)
g. handelingsplan (speciaal onderwijs)
h. hulpverleningsplan. (gesloten jeugdzorg)








Slide 6 - Tekstslide

Werken met plannen
Al deze plannen hebben bijna dezelfde opbouw 
 
1. Verzamelen van informatie
2. Vaststellen van wensen, behoeften en problemen
3. Vaststellen van doelen
4. Vaststellen van en plannen van activiteiten
5. Uitvoeren van de activiteiten volgens planning
6. Evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg en ondersteuning. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het voordeel van het werken met plannen ?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het nadeel van het werken met plannen ?

Slide 9 - Open vraag

Stelling: ‘Doelen moeten makkelijk te halen zijn!’
Reacties:
‘Als een doel te makkelijk is, gaat iemand zich snel vervelen.
’‘Als een doel te moeilijk is, dan haakt iemand snel af.’
"Er is geen uitdaging bij een makkelijk doel.’‘
"Je begint sneller als het doel makkelijk haalbaar is.’ 

Welke reactie spreekt jou het meest aan? Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Methodisch handelen wil zeggen dat je professioneel werkt volgens de methodische cyclus. Wat is dit ook al weer?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de volgende filmpjes over cyclys werken 
Cyclisch werken 1. Introductie
Cyclisch werken 2. De cirkel van ontwikkeling
Cyclisch werken 3. De verschillende  domeinen
Cyclisch werken 4. Werken aan doelen
Cyclisch werken 5. Plancare 2
Cyclisch werken 6. Evaluatie

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Als jij de opdracht krijgt om een ondersteuningsplan te schrijven, waar zou jij de cliënt dan mee kunnen ondersteunen?

Slide 15 - Open vraag

Voorbeeld van een ondersteuningsvraag?
Mevrouw Philips is pas weduwe geworden en moet nu sinds tijden weer met het openbaar vervoer reizen, omdat haar man haar vroeger met de auto overal naartoe bracht. Mevrouw Philips heeft zelf geen rijbewijs en heeft jouw ondersteuning nodig bij het reizen met de bus. Samen met mevrouw Philips formuleer je haar ondersteuningsvraag: 
‘Help mij om zelfstandig  met het openbaar vervoer te kunnen reizen.’

Slide 16 - Tekstslide

Bij het vaststellen van de beginsituatie zoek je het volgende uit:

Waarbij wil de cliënt of groep ondersteuning ontvangen?
Wat kan de cliënt of groep al wel?
Wat kan die nog niet zo goed?
Is de cliënt of groep al eerder begeleid bij deze ondersteuningsvraag?
Op welke manier is er toen gewerkt aan de ondersteuningsvraag?
Wat zijn de ondersteuningsmogelijkheden in de instelling en/of omgeving van de cliënt of groep?
Welk budget en welke middelen zijn er beschikbaar?
Wat is er mogelijk binnen de wet- en regelgeving?

Slide 17 - Tekstslide

Doelen bereiken door middelen in te zetten
Activiteiten en begeleiding die je inzet om je doel te bereiken, noem je middelen. Het doel dat je wilt bereiken bij mevrouw Philips, is dat zij over een maand zelfstandig kan reizen met het OV. Je maakt een stappenplan om dit doel te bereiken, waarbij mevrouw Philips steeds zelfstandiger wordt

Slide 18 - Tekstslide

uitvoering evalueren en doelen bijstellen
Het einde van het cyclisch proces is de fase waarin je terugkijkt of het doel bereikt is. Van tevoren spreek je met elkaar een tijdstip af voor de evaluatie. Als het doel niet gehaald is, stel je het bij. Misschien is er meer tijd nodig of een andere aanpak

Slide 19 - Tekstslide

SMART als hulpmiddel
Om ervoor te zorgen dat je doelen formuleert die passen bij de hulpvraag van de cliënt en aansluiten bij de mogelijkheden van de instelling, gebruik je SMART. 
De letters van SMART staan voor vijf eigenschappen:

Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

opdracht : maak een SMART doel 
1- Maak een smart doel over Iets  wat jij graag zou willen bereiken.
2- Probeer het zo kort mogelijk te  formuleren.
3- Maak een klein doel wat goed haalbaar is.
Denk daarbij aan SMART.

Zet je doel in de smart formulering in de volgende sheet

Slide 22 - Tekstslide

Plaats hier het SMART doel

Slide 23 - Open vraag

Het ondersteuningsplan!

Als jij examen wilt doen heb je een cliënt of groep nodig die daar aan mee wil werken, hoe vind jij een cliënt of groep ?

Slide 24 - Open vraag

Welke informatie heb je allemaal nodig van de cliënt om een plan te kunnen maken?

Slide 25 - Open vraag

Beeldvorming

De anamnese (ziektegeschiedenis) en de levensgeschiedenis (belangrijke mijlpalen in de ontwikkeling)
informatie met betrekking tot het eerste milieu: de thuissituatie of huidige woon- of leefsituatie
informatie met betrekking tot het tweede milieu: school, werk
informatie met betrekking tot het derde milieu: vrijetijdsbesteding, activiteiten, sportvereniging
informatie uit lichamelijk onderzoek
informatie uit psychologisch onderzoek (intelligentie, leervaardigheden, communicatie, sociaal-emotioneel functioneren)

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht in  2/3 tallen                                                       Maak een ondersteuningsplan
Werk samen met een medestudent (online)
1. Maak een bestand (bijvoorbeeld Word) met als titel ‘mijn doel’.
2. Bedenk een algemeen doel voor jezelf of voor de ander
Bijvoorbeeld: de helft minder tijd besteden aan social media.
3. Bekijk het doel van je medestudent. Deel het doel van je medestudent op in subdoelen. De subdoelen moeten binnen een afzienbare tijd behaald kunnen worden. Bijvoorbeeld binnen twee weken.
4. Bespreek de subdoelen met elkaar en stel de doelen bij.
5. Bedenk samen acties en middelen om een van de subdoelen te behalen.
6. Ga, als dat kan, aan de slag met de acties om het subdoel te behalen.
7. Feliciteer elkaar als het doel is behaald!
8. Upload je bestand.








Slide 27 - Tekstslide