Overal Nask 2.3 Lichtbundels en lenzen

2.3 Lichtbundels en lenzen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2.3 Lichtbundels en lenzen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Leerdoelen
- Quiz
- Uitleg
- Zelfstandig werken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2

- Welke eigenschappen een spiegelbeeld heeft
- Hoe een spiegelbeeld ontstaat
- Hoe je door het weerkaatsen van lichtstralen een spiegelbeeld ziet

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Wat is een natuurlijke lichtbron?
A
haardvuur
B
een laser
C
een bliksemflits
D
een lucifer

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een vorm van
A
Direct natuurlijk licht
B
Indirect natuurlijk licht
C
Diffuus licht

Slide 5 - Quizvraag


A
Directe natuurlijke lichtbron
B
Indirecte natuurlijke lichtbron
C
Directe kunstmatige lichtbron
D
indirecte kunstmatige lichtbron

Slide 6 - Quizvraag


Wat voor lichtbron is dit?
A
Directe kunstmatige lichtbron
B
Indirecte kunstmatige lichtbron
C
directe natuurlijke lichtbron
D
indirecte natuurlijke lichtbron

Slide 7 - Quizvraag

Een bosbrand is een
A
Kunstmatige indirecte lichtbron
B
Kunstmatige directe lichtbron
C
Natuurlijke indirecte lichtbron
D
Natuurlijke directe lichtbron

Slide 8 - Quizvraag

In een spiegel kun je jezelf zien.

Wat doet een spiegel met licht?
A
Een spiegel kaatst alle kleuren terug.
B
Een spiegel kaatst geen enkele kleur licht terug.
C
Een spiegel kaatst sommige kleuren licht terug.

Slide 9 - Quizvraag

je gaat een nieuwe rugzak kopen. je staat voor een spiegel. in welke figuur is het spiegelbeeld goed getekend. 
juist

Slide 10 - Sleepvraag

Pieter staat 2,3 m voor een spiegel. op welke afstand ontstaat zijn spiegelbeeld.
A
op een kleinere afstand dan 2,3 m
B
op een grotere afstand dan 2,3 m
C
op precies 2,3 m

Slide 11 - Quizvraag

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuse reflectie
B
Spiegelende reflectie

Slide 12 - Quizvraag


In de tekening hiernaast staat een figuur voor een spiegel (de rode lijn). Achter de spiegel (rechts van de rode lijn) komt het spiegelbeeld ervan te staan.
Welk spiegelbeeld is het juiste spiegelbeeld?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Wat heb je nodig om een spiegelbeeld te tekenen? Noem minstens twee dingen.

Slide 14 - Open vraag

Welke foto toont de goede positie van je geodriehoek om een spiegelbeeld te tekenen?
A
foto 1
B
foto 2
C
foto 3
D
geen van alle

Slide 15 - Quizvraag

Dimitri kijkt in de spiegel.
Van welk punt op Dimitri's hoofd zal het spiegelbeeld zich het dichtst bij de spiegel bevinden?
A
Punt L1
B
Punt L2
C
Punt L3
D
Punt L4

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je leert hoe lichtbundels kunnen veranderen

Slide 17 - Tekstslide

Verschillende lichtbundels
  • Alle lichtstralen hebben dezelfde richting. "
  • "Evenwijdige lichtbundel"
    Het licht van de zon geeft een evenwijdige bundel.
  • De lichtstralen lopen steeds verder uit elkaar.
  • "Divergente lichtbundel"
    De meeste kunstmatige lichtbronnen zoals lampen geven divergente bundels.
  • De lichtstralen gaan naar één punt.
  • "Convergente lichtbundel.
    Dit kom je in de praktijk bijna nooit tegen

Slide 18 - Tekstslide

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 

  • Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 19 - Tekstslide

Divergente lichtbundel
  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

  • Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 20 - Tekstslide

Convergente lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

  • De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. 

  • Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 21 - Tekstslide

Lichtbundels veranderen
Divergente, convergente en evenwijdige lichtbundels kun je veranderen d.m.v. lenzen.

Slide 22 - Tekstslide

Practicum 3 Periscoop
- Probeer met 2 spiegels langs een voorwerp te kijken
- Teken de stand van de spiegels op je werkblad 
- We controleren dit samen

Klaar? Lever de spiegels in  en maak HW ->2.3

Practicum 4 Lichtbundels
- 1 groepje bij het apparaat
- Lees goed en teken met potlood wat er gebeurd
- De vragen maak je aan je eigen tafel

Klaar? HW maken 2.3

Slide 23 - Tekstslide