3kgt H9.1 Bijzondere grafieken

Welkom
Paragraaf 9.1 Bijzondere grafieken
Leg voor je open:
3kM: blz 154 
3kA: blz 142 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 9.1 Bijzondere grafieken
Leg voor je open:
3kM: blz 154 
3kA: blz 142 

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de x-as
A
de horizontale as
B
de verticale as
C
7
D
het midden

Slide 3 - Quizvraag

Welk getal hoort te staan bij de letter A
A
4
B
6
C
8
D
kun je niet weten

Slide 4 - Quizvraag

Waar is het roosterpunt dat hoort bij de coördinaat (4,1)
A
punt A
B
punt B
C
punt C
D
punt D

Slide 5 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je leert wat bijzondere grafieken zijn
  • Je leert bijzondere grafieken te tekenen
  • Je leert grafieken met elkaar te vergelijken

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Bijzondere grafieken
-    x=4    x-coördinaat is ALTIJD 4                                           (4,-2), (4,0), (4,2), enz.

-    y=2    y-coördinaat is ALTIJD 2                                           (-3,2), (0,2), (4,2), enz. 

-    y=x    y-coördinaat is hetzelfde als x-coördinaat      (1,1), (-3,-3), (0,0), enz.

Slide 11 - Tekstslide

Bijzondere grafieken
  •  Horizontale grafieken, bijv. y=3
  • Verticale grafieken, bijv. x=2
  • y = x
  • y = -x

Slide 12 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 13 - Tekstslide

Welke formule hoort bij de paarse lijn?
A
y = 3
B
x = 3

Slide 14 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de rode lijn?
A
y = 2
B
x = 2

Slide 15 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de groene lijn?
A
y = 1,5
B
x = 1,5

Slide 16 - Quizvraag

Hoe loopt de grafiek y = 5
A
verticaal
B
horizontaal

Slide 17 - Quizvraag

Welke bewering is waar.
I De richtingscoëfficiënt van een dalende lijn is negatief
II de grafiek x = 10 loopt verticaal
A
alleen I is waar
B
I en II zijn waar
C
alleen II is waar
D
geen van beide zijn waar

Slide 18 - Quizvraag

Welke formule hoort bij grafiek 3?
A
y= x
B
y=1/2x
C
x=0,5 x
D
y=2x

Slide 19 - Quizvraag

Welke formule hoort bij grafiek 4?
A
y = -2
B
x = -2

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de formule bij deze grafiek?
A
x = 5
B
y = 5
C
y = x
D
y = -5

Slide 21 - Quizvraag

Schuif de grafieken naar de juiste plek.
Welke grafieken is een horizontale grafiek
Welke grafieken zijn lineair?
Plaats hier de grafieken die je nergens kunt plaatsen
Welke grafieken zijn vloeiende krommen?

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de formule naar de lijn die erbij hoort
y=x
y=getal
x=getal
y=-x

Slide 23 - Sleepvraag

Schuif de formules naar de juiste plek. 
Periodiek verband
Kwadratisch verband
Horizontaal verband
Wortelverband
Lineair verband
Exponentieel verband
Machtsverband
Verticaal verband

Slide 24 - Sleepvraag

Schuif de grafieken naar de juiste plek. 
Periodiek verband
Kwadratisch verband
Horizontaal verband
Wortelverband
Lineair verband
Exponentieel verband
Machtsverband
Verticaal verband

Slide 25 - Sleepvraag

Huiswerk


Maken:

3kM: Opgave 1 t/m 11 
blz 154
3kA: Opgave 1 t/m 11 
blz 142

  Succes!

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 27 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 28 - Open vraag

Tot ziens iedereen

Slide 29 - Tekstslide