In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
In de tijd van televisie en computer
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Introductie
Leerdoelen
Uitleg 2.3
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
uitleggen welke gevolgen de ontzuiling had voor de partijendemocratie.
uitleggen hoe verdere democratisering leidde tot uitbreiding van grondrechten.
uitleggen hoe de politiek versplinterde.
Slide 3 - Tekstslide
Let op! 2 controlevragen
Herhaling vorige les(sen)
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer werd het districtenstelsel afgeschaft?
A
1917
B
1919
C
1922
D
1940
Slide 5 - Quizvraag
Wat waren de voordelen van de evenredige vertegenwoordiging?
Slide 6 - Open vraag
Let op! 1 controlevraag
Herhaling vorige les(sen)
Slide 7 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding: geef aan van welke partij deze was, wat kenmerkend was voor die partij en welk standpunt deze had over rechtsstaat en democratie.
Slide 8 - Open vraag
Wanneer werd het districtenstelsel afgeschaft?
A
1917
B
1919
C
1922
D
1940
Slide 9 - Quizvraag
Wat waren de voordelen van de evenredige vertegenwoordiging?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Na de oorlog
In 1945: rechtsstaat en de democratie hersteld, maar de samenleving bleef verzuild.
De SDAP vormde met kleinere protestantse en liberale organisaties en enkele katholieken de Partij van de Arbeid (PvdA):
- wilde algemene progressieve partij worden, voor linkse en progressieve katholieken, protestanten en liberalen.
Hoop een doorbraak van de verzuilde verhoudingen.
Slide 12 - Tekstslide
Eerste verkiezingen.... 1946
Helaas ... net zo verzuild als voor de oorlog.
De katholieke KVP (opvolger RKSP) werd de grootste partij.
Samen met de protestantse ARP en CHU hadden de katholieken nog steeds de meerderheid.
De PvdA: 29 zetels.
De liberale Partij van de Vrijheid: zes.
Alle partijen werden weer verzuild, net zoals de PvdA...
Slide 13 - Tekstslide
PvdA en VVD
Relaties met organisaties die socialistisch waren:
gewoontes van het socialisme werden opnieuw ingevoerd: zwaaien met rode vlaggen en zingen van liedjes.
Hier waren sommige leden van de PvdA het niet mee eens --> de liberalen verlieten daarom de partij en vormden samen met andere liberalen de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD).
Slide 14 - Tekstslide
Jaren '50: wederopbouw
Rooms-rode regeeringscoalitie
Economisch vooral aandacht voor Wederopbouw.
Opbouw verzorgingsstaat (o.a. door invoering AOW), men mag nooit meer in armoede leve.
Minister -president Drees (PvdA).
Oppositie versus coalitie?
Slide 15 - Tekstslide
Welke veranderingen kwamen er in de jaren 60?
Slide 16 - Open vraag
Jaren '60 en '70: instabiel
Veranderingen door ontzuiling, leidde vanaf 1967 tot grote politieke verschuivingen (verlies confessionelen en PvdA)
Daarnaast was er een uiting van onvrede door gebrek aan democratie:
individualisering o.a. door toegenomen welvaart
Opkomst zwevende kiezers -> ruimte voor nieuwe partijen (D'66 met als thema het streven naar een participatiedemocratie)
Kritiek op de overheid, behoefte aan medezeggenschap
Tijd van polarisatie (tegenstellingen)
Tweede feministische golf
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Jaren '80: stabiele politiek
Bundeling van krachten :
-> CDA uit KVP, CHU en ARP
-> Groenlinks uit CPN, PSP en PPR. Voor het eerst ook veel aandacht voor het milieu
Stabiliteit en ruimte voor een aanpassing vd grondwet.
Slide 19 - Tekstslide
Jaren '80: Uitbreiding rechtsstaat, 1983
Als gevolg van het meer pluriform en multicultureel worden van de samenleving werden wel de klassieke grondrechten uitgebreid.
Vrijheidsrechten:
discriminatie verboden in artikel 1
de vrijheid van meningsuiting werd uitdrukkelijk vastgelegd
Sociale rechten: rechten mbt het welzijn
zoals de zorg voor bestaanszekerheid, werkgelegenheid en bescherming van het milieu.
Logisch gevolg van de verzorgingsstaat die na de oorlog was ontstaan.
Slide 20 - Tekstslide
Jaren '90 en verder: versplintering
In 2009: Europese burgerrechten vastgelegd in het Handvest van de Grondrechten, met klassieke vrijheidsrechten en sociale rechten:
recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
recht op vrijheid van meningsuiting.
zoals het recht op veiligheid op het werk.
Eurosceptici, die kritisch zijn over de Europese eenwording, waren tegen het vastleggen van Europese grondrechten (verlies soevereiniteit).
De kritiek op de Europese eenwording was in Nederland een van de oorzaken van de groei van nieuwe politieke partijen.......
Slide 21 - Tekstslide
Vanaf 2000: meer en meer versplintering
Meer ruimte voor populistische partijen (niet gebaseerd op een ideologie, maar op thema's bijv. angst voor islam)
-> Pim Fortuyn (LPF)
-> Geert Wilders met PVV
Er kwamen (vanaf 2013) steeds nieuwe partijen bij die uitgingen van deelbelangen. In 2017... ernstige versplintering.
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
uitleggen welke gevolgen de ontzuiling had voor de partijendemocratie.
uitleggen hoe verdere democratisering leidde tot uitbreiding van grondrechten.