Herhaling theme 5- Down under- kader
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Continent
Mountain range
Outback
Coastline
Coral reef
Slide 4 - Sleepvraag
suitable
field
explanation
creature
arrange
likewise
current
tend to
levend wezen
uitleg
geneigd zijn om
geschikt
stroming
insgelijks
veld
regelen
Slide 5 - Sleepvraag
flight
coastline
drought
field
island
wildlife
Slide 6 - Sleepvraag
to pack
vast
current
creature
flip-flops
heat
Slide 7 - Sleepvraag
available
opponent
destruction
rubbish
to regret
to honour
Slide 8 - Sleepvraag
Australia is the world's smallest .
I like her. She's a really person.
During the nothing grows here.
We live in a very area in Australia.
You must wear to protect your skin.
The cobrais a very snake.
Australia is a country, it's extremely big.
Switzerland has no .
continent
down-to earth
remote
vast
venomous
territory
drought
coastline
sunscreen
Slide 9 - Sleepvraag
Vertaal het volgende woord:
removal van
removal van
Slide 10 - Open vraag
Vertaal het volgende woord:
werelddeel
werelddeel
Slide 11 - Open vraag
Vertaal het volgende woord:
apparently
apparently
Slide 12 - Open vraag
Vertaal het volgende woord:
exchange
exchange
Slide 13 - Open vraag
Make a sentence:
go backpacking
go backpacking
Slide 14 - Open vraag
Make a sentence
settle
settle
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Vertaal de zin naar het Engels:
Op nationale feestdagen wonen ze muziekevenementen bij.
Op nationale feestdagen wonen ze muziekevenementen bij.
Slide 17 - Open vraag
Vertaal de zin naar het Engels:
In mijn land gaan mensen in hun vrije tijd naar buitensportevenementen.
In mijn land gaan mensen in hun vrije tijd naar buitensportevenementen.
Slide 18 - Open vraag
Vertaal de zin naar het Engels:
Hier gaan mensen vaak naar het platteland.
Hier gaan mensen vaak naar het platteland.
Slide 19 - Open vraag
Vertaal de zin naar het Engels:
De mensen in Australië zijn heel goed in koken.
De mensen in Australië zijn heel goed in koken.
Slide 20 - Open vraag
"Mom, I'm going to bake a .............. cupcakes this afternoon. All my friends want to taste them. How .............. eggs do we still have? And how ............. butter is in the fridge?"
Mom: "Ow, let me check. It looks like there is only a ............ eggs left. And there is also just a ............ butter. I don't think you will have enough. I'm doing groceries later today. I'll bring you some."
much
many
little
few
lot of
Slide 21 - Sleepvraag
Hoe vond je dit om te doen?
Moeilijk, makkelijk, waarom?
Moeilijk, makkelijk, waarom?
