Chapitre 2, leçon 1, le 14 octobre 2021

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Bonjour!

B2C

Le 14 octobre 2021

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- Les objectifs

- Introduction chapitre 2

- Film

- Formatieve toets et vocabulaire

- Expression orale

- Quelques exercices

- Les devoirs

- Enquête

- Les objectifs

Planning

Maandag 18 oktober: Formatieve toets (Chapitre 1: alle vocabulaire, passé composé met avoir, landennamen)

Donderdag 4 november: Summatieve toets (Chapitre 1: alle vocabulaire, passé composé met avoir, landennamen)

Les objectifs

- À la fin du cours, je connais quelques mots du chapitre 2.

- À la fin du cours, j'ai amélioré quelques compétences.

Chapitre 2

- Prenez votre livre de textes à la page 24 et 25.

- Qu'est-ce que tu vois?

Film

- Ga naar classroom

- Open 'Exercice: Le Tour de France'

- Lisez les questions

- Regardez le film

- Répondez aux questions

https://www.1jour1actu.com/info-animee/cest-quoi-le-tour-de-france 

Que pensez-vous du résultat?

Formatieve toets

- Prenez une feuille.

- Schrijf op hoe je het liefst vocabulaire zou willen leren in de klas.

- Schrijf je naam erbij.

- 5 minutes. 

- In stilte

Vocabulaire

- Prenez votre livre de textes à la page 36.

1. Vous lisez le vocabulaire (eerste blokje: on a gagné)

2. Vous écrivez le vocabulaire (eerste blokje: on a gagné)

3. Vous utilisez WRTS/Quizlet (eerste blokje: on a gagné)

- 10 minutes

- In stilte

Expression orale

- Ga naar de Classroom.

- Open 'Exercice luistervaardigheid'

- Twee keer luisteren

- Lisez les questions (opdracht 1)

- Écoutez.

- Répondez aux questions.

Expression orale

- Twee keer luisteren.

- Lisez les questions (opdracht 2).

- Écoutez.

- Répondez aux questions.

Exercice

- Elk tweetal krijgt een enveloppe met kaartjes.

- De kaartjes vormen een tekst maar liggen nog niet in de goede volgorde. 

- Aan jullie de taak om de kaartjes in de goede volgorde te leggen zodat er een goedlopende tekst ontstaat.

- 10 minutes

Hoe pak je dit aan?

1. Lees elk kaartje. 

2. Onderstreep tijdens het lezen moeilijke woorden en schrijf deze op.

3. Zoek vervolgens deze moeilijke woorden op en schrijf de Nederlandse vertaling ernaast.

4. Ga op zoek naar woorden die op meerdere kaartjes staan en onderstreep deze.

5. Ga op zoek naar personen die op meerdere kaartjes staan en onderstreep deze met een andere kleur.

Les devoirs

- Prenez votre cahier d'exercices à la page 20

- Les exercice 1, 2, 3, 4, 5, 6.

- 8 minutes: en silence

- 5 minutes: overleggen met je buur.

Un petit recherche

- Prenez une feuille.

- Écrivez des tips et des tops pour moi.

- Wees eerlijk maar onderbouw het wel!

L'objectif

- À la fin du cours, je connais quelques mots du chapitre 2.

- À la fin du cours, j'ai amélioré quelques compétences.

Les devoirs

Chapitre 2, leçon 1: les exercices 1, 2, 3, 4, 5, 6