U4 les 4

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Mardi 08 mars
Les objectifs pour aujourd' hui :

- jij kunt een wederkerende werkwoord herkennen en in de tegenwoordige tijd vervoegen;
- jij maakt kennis met de passé composé van de wederkerende werkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

wat is een wederkerend werkwoord?

Slide 3 - Woordweb

Wederkerende werkwoorden
Een wederkerend werkwoord (www) herken je in het Nederlands aan het woord 'zich'.

zich voelen
zich vermaken
etc.

Slide 4 - Tekstslide

wederkerend werkwoord in het Frans

Slide 5 - Woordweb

Het wederkerend werkwoord
je
me
lave
ik was me
tu
te
laves
jij wast je
il/elle
se
lave
hij/zij wast zich
nous
nous
lavons
wij wassen ons
vous
vous
lavez
jullie wassen jullie / u wast zich
ils/elles
se
lavent
zij wassen zich

Slide 6 - Tekstslide

Je ... lève
A
me
B
te
C
se
D
nous

Slide 7 - Quizvraag

Angell et Dewi ....
A
se concentre
B
me concentre
C
se concentrent
D
nous concentrons

Slide 8 - Quizvraag

Ik voel me goed
A
je sens bien
B
je te sens bien
C
tu te sens bien
D
je me sens bien

Slide 9 - Quizvraag

De wederkerende werkwoorden
1/ Ouvre le livre page 25. On lit la grammaire 4.1.
2/ Fais les exercices 16C 1 et 16C 2, page 26.



timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

 L'exercice 16C 1 
  •  Je me sens
  • Nous nous concentrons
  • Liam se couche
  • Elles s'amusent
  • Vous vous levez
  • On se moque

Slide 11 - Tekstslide

 L'exercice 16C 2
  •  Eline s'habille
  • Tu te douches
  • On se lave
  • Ils se moquent de
  • Nous nous concentrons

Slide 12 - Tekstslide

Objectif numéro 2
Jij maakt kennis met de passé composé van de wederkerende werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

hulpwerkworden om de passé composé te maken

Slide 14 - Woordweb

passé composé in het Frans: voorbeeld

Slide 15 - Woordweb

wanneer gebruik jij "être" om de passé composé te maken?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

De passé composé met "être"
  • Wat gebeurt achter het voltooid deelwoord met "être" als het onderwerp vrouwelijk of meervoud is?
  • BV : Shayan est parti.
  • Eda est ......
  • Eda est partie
  • Didier et Wolf sont ...
  • Didier et Wolf sont partis

Slide 18 - Tekstslide

De passé composé (verleden tijd) met "être"
Het voltooid deelwoord past zich aan bij het onderwerp waar het bij hoort. Het krijgt dan, net als een bijvoeglijk naamwoord, een uitgang.
   

Met être worden alle wederkerende werkwoorden (met -se-) vervoegd en een groot aantal werkwoorden die een beweging uitdrukken.
 

Slide 19 - Tekstslide

Javier est ...
A
allée en France
B
allé en France
C
allées en France
D
allés en France

Slide 20 - Quizvraag

Tim et Liam
A
sont partis
B
ont partis
C
sont parti
D
ont parti

Slide 21 - Quizvraag

Mira ...
A
s'est levée
B
m'est levé
C
s'a levée
D
s'est levé

Slide 22 - Quizvraag

Une chanson !
Herkent em onderstreept de wederkerende werkwoorden 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

La grammaire dans le livre
Lis le texte"4.2", page 25.

Fais les exercices 16C 3, 16D A et 16D B.

Slide 25 - Tekstslide