a. Bereken welk bedrag de bedrijven en overheid samen aan de gezinnen betalen in de vorm van loon, rente, huur, pacht en winst.
- Y = Ybedr + Yo = 460 + 40 = 500
b. Toon met een berekening aan dat je de uitgaven van gezinnen weer kunt geven als: Y = C + B + S
c. Leg uit wat de geldstroom van banken naar bedrijven (I = 120) voorstelt.- De banken lenen bedrijven € 120 miljard ter financiering van de investeringen.