1. Beedaspect Vorm

Aspecten van de vormgeving:
kleur, 
ruimte, 
licht
compositie en vorm
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Aspecten van de vormgeving:
kleur, 
ruimte, 
licht
compositie en vorm

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de plaatjes naar het goede beeldaspect: 
Lijn
Vorm
Kleur
Textuur
Ruimte

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Beeldaspect
VORM

Slide 4 - Tekstslide

Vorm

Slide 5 - Woordweb

Plat en ruimtelijk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vormsoorten
Organische vormen: 
Dit zijn natuurlijke vormen zoals vormen van mensen, dieren of planten. De lijnen zijn vaak vloeiend en niet hoekig.

Slide 8 - Tekstslide

Organisch
Organische vormen zijn ronde vormen zonder rechte lijnen en hoeken. deze vormen komen in de natuur voor.

Slide 9 - Tekstslide

Organische vormen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geometrische vormen
Dit zijn meetkundige (wiskundige) vormen. Ze kunnen vlak of ruimtelijk zijn. 
Vlak = 2D
Ruimtelijk = 3D

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Falling Water - 
Frank Lloyd Wright

Slide 15 - Tekstslide

Gestileerde vormen
De organische vorm is vereenvoudigd, gestroomlijnd of schematisch weergegeven. De voorstelling (dat wat je letterlijk ziet) is minder realistisch maar nog wel herkenbaar.

Slide 16 - Tekstslide

Geabstraheerd / Half Abstract
De belangrijkste kenmerken behouden gebleven waardoor je nog net kan zien wat het is. 
Geabstraheerd is de stap tussen figuratief en abstract in.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Open vorm
De vorm heeft een opening waardoor je erin of erdoorheen kunt kijken. Dit wordt ook wel een holle vorm genoemd.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Beeldaspect vorm;
Open of gesloten
A
Open
B
Gesloten

Slide 21 - Quizvraag

Gesloten vorm
De vorm heeft geen opening. Je kunt er dus niet in of doorheen kijken.
Dit wordt ook wel een massieve vorm genoemd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Beeldaspect, vorm
Open of gesloten
A
Open
B
Gesloten

Slide 24 - Quizvraag

Restvorm
De hoofdvorm is de vorm die de kunstenaar heeft getekend of geschilderd (2D) of de vorm van een beeldhouwwerk (3D).
De restvorm is de ruimte die open blijft en zelf ook iets kan voorstellen. Bijvoorbeeld een silhouet.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Vormcontrast
Een contrast tussen verschillende vormsoorten. Bijvoorbeeld een afbeelding met organische en geometrische vormen, of rond tegenover hoekig.

Ze zijn tegenovergesteld.
 

Slide 27 - Tekstslide

Symmetrisch
A- Symmetrisch

Slide 28 - Tekstslide

Verschillende soorten structuren
Natuurlijke structuren
Kunstmatige structuren

Slide 29 - Tekstslide

Structuur
Structuur is de manier waarop iets is opgebouwd uit kleinere delen. 
Structuur vind je in de samenstelling van vormen en materialen. Andere woorden voor structuur zijn: opbouw, samenstelling of ordening.

Slide 30 - Tekstslide

TEXTUUR
Een textuur is de zichtbare en voelbare oppervlakte van een materiaal. Voorbeelden van texturen zijn: harig, stekelig, glad, bobbelig enz.

Slide 31 - Tekstslide

textuur

Slide 32 - Tekstslide

Figuratief
Abstract 
Gestileerd/ Geabstraheerd

Slide 33 - Sleepvraag

Dit werk is
A
abstract
B
figuratief

Slide 34 - Quizvraag

Dit werk is
A
gestileerd
B
gedetailleerd

Slide 35 - Quizvraag

Dit is een
A
open vorm
B
gesloten vorm

Slide 36 - Quizvraag

Dit beeld is
A
gesloten vorm
B
open vorm

Slide 37 - Quizvraag

Deze vorm is
A
massieve vorm
B
open vorm

Slide 38 - Quizvraag

Hoe noem je de gaten
in dit werk?
A
restvorm
B
open vorm

Slide 39 - Quizvraag

Hoe noem je de vorm van
dit werk?
A
restvorm
B
open vorm

Slide 40 - Quizvraag

Tweedimensionaal
samengestelde vorm 
Geometrisch vorm
Organische vorm

Slide 41 - Sleepvraag

Je ziet hier een vormcontrast tussen een organische en geometrische vorm.
Wat is een vormcontrast?
A
Meerdere vormen op een blad
B
Als je verschillende vormen gebruikt
C
Een tegenstelling in vormsoorten
D
Geen van de andere antwoorden

Slide 42 - Quizvraag

Wat is een organische vorm?
A
Een vorm die lengte en breedte heeft
B
een vorm afgeleid van mensen, dieren, planten
C
een wiskundige vorm
D
een vorm die lengte, breedte en diepte heeft

Slide 43 - Quizvraag

Cilinders, kubussen, kegels, balken, bollen en piramides zijn:
A
Organisch
B
Open vormen
C
Twee dimensionaal
D
Drie dimensionaal

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Abstract

Slide 46 - Woordweb

Abstract en figuratief 

Slide 47 - Tekstslide

Mondriaan schildert:
A
Organisch
B
Geometrisch
C
Open vormen
D
Vlekken

Slide 48 - Quizvraag

Open, gesloten, geometrisch en organisch. Waar zie je wat? 

Slide 49 - Tekstslide

Wat weet je van een vormcontrast?

Slide 50 - Poll

Symmetrisch? 

Slide 51 - Tekstslide