Les 2 - Hoe lees je poëzie? - basisversie

Startopdracht, drie minuten: ga in huis op zoek naar een poëziebundel voor volwassenen.
Neem hem mee en maak er een foto van.
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startopdracht, drie minuten: ga in huis op zoek naar een poëziebundel voor volwassenen.
Neem hem mee en maak er een foto van.

Slide 1 - Open vraag

Poëzie les 2
- Hoe steekt de reader bij deze lessenreeks in elkaar?
- Hoe lees je poëzie?

Slide 2 - Tekstslide

Reader 
- Op papier uitgedeeld op school; lezen van papier is het handigst. Kwijt? Reader staat in de ELO, maar het is een monsterlijk bestand en je krijgt nekpijn als je je hoofd er steeds een kwartslag voor moet draaien.
- De reader bevat theorie, die je vanaf de volgende les in stukjes gaat leren als huiswerk. Daarnaast bevat de reader materiaal voor tijdens de lessen (op volgorde van de lessen).

Slide 3 - Tekstslide

Op welke vraag wil jij vandaag antwoord krijgen?
A
Waarom kan een gedicht niet alles betekenen?
B
Waar moet je beginnen met het lezen van poëzie?
C
Hoe herken je een 'slecht gedicht'?
D
Hoe moet ik wegwijs worden in vage poëzie?

Slide 4 - Quizvraag

Olijven moet je leren lezen
Hoofdstuk 2
"Hoe weten we dat poëzie iets voor ons is?"

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Je gaat zo twee dingen doen
1. Opdracht bij een stukje van Ellen Deckwitz. 
Antwoorden goed bewaren, maakt deel uit van je portfolio.
2. De rest van de lestijd lees je in de dichtbundel die je gevonden hebt aan het begin van de les en zoek je mooie zinnen. "Gewoon, hup, bloemlezing of bundel openslaan, zacht potlood erbij en strepen maar."
Aan het eind van de les vraag ik naar een gevonden mooie zin.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
1. Lees het stukje van Ellen Deckwitz dat je moet lezen (zie onder).
2. Geef in een Wordbestand het antwoord op deze twee vragen:
       a. Vat samen wat Ellen Deckwitz in haar stukje zegt.
       b. Geef je mening over wat ze schrijft. Heeft ze je overtuigd               van haar ideeën over poëzie? Waarom wel/niet?
3. Klaar? Ga de rest van de les op zoek naar mooie zinnen in de dichtbundel die je aan het begin van de les gevonden hebt. Was er echt geen bundel in huis? Lees gedichten op deze website.

Had je gekozen voor...
A. Waarom kan een gedicht niet alles betekenen? Lees de reader blz. 11-13
B. Waar moet je beginnen met het lezen van poëzie? Lees de reader blz. 14-16
C. Hoe herken je een Slecht Gedicht? Lees de reader blz. 17-19
D. Hoe moet ik wegwijs worden in vage poëzie? Lees de reader blz. 8-1

Slide 10 - Tekstslide

Welke mooie zinnen heb je gevonden in de bundel?

Slide 11 - Woordweb

Huiswerk voor de volgende les

Leer voor de volgende poëzieles  theorie I en II. Dat zijn negen begrippen (dat kun je aan!): ik test aan het begin van de volgende les hoe goed je die begrippen kent. 

Slide 12 - Tekstslide