Kerst

Kerstquiz
Editie
2019
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kerstquiz
Editie
2019

Slide 1 - Tekstslide

Kerstquiz
- Algemeen
- Taalvoutjes
- Kersthits
- Sneeuw
Editie
2019
Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord schrijf je volgens de officiële regels met een hoofdletter?
A
Kerstbal
B
Kerstmis
C
Kerstfeest
D
Kerstdiner

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in de boom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de kerstman gunstig te stemmen

Slide 4 - Quizvraag

Een witte kerst is een begrip in Nederland.
Maar euh... hoe vaak hebben we eigenlijk een witte kerst gehad in Nederland sinds 1900?
A
31 keer
B
8 keer
C
65 keer
D
47 keer

Slide 5 - Quizvraag

In welk land worden met kerst bananenbomen versierd i.p.v. kerstbomen?
A
Suriname
B
India
C
Colombia
D
Venezuela

Slide 6 - Quizvraag

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal wordt jou een fijne kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 7 - Quizvraag

Wat is goed gespeld?
A
Denneboom
B
Dennenboom
C
Denne boom
D
Dennen boom

Slide 8 - Quizvraag

Welke films kijken mensen met kerst? Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Love Actually
A Christmas Carol (Scrooge)
The Nightmare before Christmas
Home Alone
The Grinch

Slide 9 - Sleepvraag

Taalvoutjes!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Als of dan?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Als of dan?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat staat hier (letterlijk!)?
A
oma is gestolen
B
er is van oma iets gestolen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe moet hij wel?
A
Daar kraait geen haan naar.
B
Daar blaft geen hond naar.
C
Dat raakt haan noch hond.
D
Dat is voor de honden

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is
fout?

Slide 18 - Open vraag

Hoe verbeter je
dat woord?

Slide 19 - Open vraag

"Het was kerstochtend...."
Welk jaar was het in het liedje 'Flappie' van Youp van 't Hek?
A
1951
B
1961
C
1971
D
1981

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de naam van deze band?
A
Chef'Special
B
Imagine Dragons
C
The Script
D
Maroon 5

Slide 21 - Quizvraag

Het is weer bijna...
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 22 - Quizvraag

Hoofdletters: Dit jaar begint kerstmis op woensdag, maar de kerstvakantie begint vrijdag al!
A
Kerstmis, Kerstvakantie
B
Woensdag, Vrijdag
C
Kerstmis, Woensdag, Vrijdag
D
Kerstmis

Slide 23 - Quizvraag

Wat eten mensen het meest met kerst? 
Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Konijn
Varkenshaas
Kalkoen
Gourmetten
Eend

Slide 24 - Sleepvraag

Werkwoordspelling. Vul de zin aan:

Nu de kerst ... (naderen), zijn de dagen van deze ... (vetmesten) kalkoenen ... (tellen).

Slide 25 - Open vraag

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. 
A
E
S
K
B
R
L
T

Slide 26 - Sleepvraag

Welk land is in Europa de belangrijkste kerstbomenproducent?
A
Denemarken
B
Zweden
C
Noorwegen
D
Finland

Slide 27 - Quizvraag


Ik ... (houden) vroeger erg van Sinterklaas, maar nu meer van kerst.

Slide 28 - Open vraag

Lijm de duo's. Wie vieren samen kerst?

Slide 29 - Sleepvraag

Afgelopen kerst, .... (eten) jullie ook zalm met broccoli?

Slide 30 - Open vraag

Hoofdletter
Geen hoofdletter
zomer
waddenzee
veendam
maandag
messi
kerst
paasdagen
miami

Slide 31 - Sleepvraag

Welk woord past er op de puntjes?

Slide 32 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm(en):
Onze krantenbezorger krijgt een flinke kerstbonus, want hij verslaapt zich nooit.

Slide 33 - Open vraag

Kerstwoordzoeker 
Maak een zo lang mogelijk woord met aangrenzende letters (horizontaal, verticaal of diagonaal). Gebruik iedere letter 1 keer.
Tip: Als je met de groene O begint, kun je een woord met alle (16) letters maken.

 

Slide 34 - Tekstslide


Slide 35 - Open vraag

Welk woord kun je op de puntjes invoeren?

Slide 36 - Open vraag

Sneeuw

Slide 37 - Tekstslide

Sneeuw met kerst; wie droomt daar niet van? Maar wat weten jullie over sneeuw?

Wat is sneeuw?

A
Waterdamp dat verandert in ijskristallen
B
Water dat in de lucht bevriest en dan naar beneden valt
C
Regen die onderweg naar de aarde bevriest
D
Kleine ijsdeeltjes uit de wolken die naar beneden vallen

Slide 38 - Quizvraag

Wanneer spreken we in Nederland officieel van een ‘witte kerst’?

A
Als op eerste óf tweede kerstdag overal in Nederland sneeuw ligt
B
Als op eerste óf tweede kerstdag bij het KNMI in De Bilt sneeuw ligt
C
Als op eerste én tweede kerstdag overal in Nederland sneeuw ligt
D
Als op eerste én tweede kerstdag bij het KNMI in De Bilt sneeuw ligt

Slide 39 - Quizvraag

Wanneer hadden we in Nederland voor het laatst officieel een witte kerst?
A
1981
B
1996
C
2009
D
2010

Slide 40 - Quizvraag

Het liedje dat je nu hoort, White Christmas, ken je waarschijnlijk wel. Wanneer zong Bing Crosby het voor het eerst op de radio, denk je?
A
1921
B
1941
C
1961
D
1981

Slide 41 - Quizvraag

Wat ligt er eerste kerstdag op de gourmetschotel? Zoek de juiste letter bij de vleessoort.

1
2
3
4
5
6
7
Kogelbiefstuk
Varkenshaas
Kipfilet
Cordon bleu
Minivink
Hamburger 
Saté

Slide 42 - Sleepvraag

Welke kersthit is dit?
A
Santa baby
B
White Christmas
C
Have Yourself A Merry Little Christmas

Slide 43 - Quizvraag

Welke kersthit is dit?
A
Rockin' Around The Christmas Tree
B
Jingle Bell Rock
C
Baby, It's Cold Outside

Slide 44 - Quizvraag