H11 Rekenen met variabelen Herhalen

11 herhalen Rekenen 
met variabelen 
SPOORBOEKJE

INLOGGEN LESSONUP!
5 min - Lesdoel uitleggen
10 min - Quiz: 
                 H11 (TL: H8)
30 min - HV: Gemengde opdr. op
                blz. 194 - 195
                TL: op blz. 74 + 75
   
10 min - HW maken blz. 194-195
                  TL: blz. 74 + 75



Wat heb je nodig? pen, potlood, gum, schrift, leerboek, geodriehoek
           
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11 herhalen Rekenen 
met variabelen 
SPOORBOEKJE

INLOGGEN LESSONUP!
5 min - Lesdoel uitleggen
10 min - Quiz: 
                 H11 (TL: H8)
30 min - HV: Gemengde opdr. op
                blz. 194 - 195
                TL: op blz. 74 + 75
   
10 min - HW maken blz. 194-195
                  TL: blz. 74 + 75



Wat heb je nodig? pen, potlood, gum, schrift, leerboek, geodriehoek
           

Slide 1 - Tekstslide

TL klaar met hoofdstuk 8 "Lengte, omtrek en oppervlakte"
Jullie maken Samenvatting, blz.  74 + 75
Vragen? Stel ze!!
7 april toets!
maar nu eerst de quiz......

Slide 2 - Tekstslide

rekenen met variabelen en formules
herhaling

Wat zijn variabelen?
formules zo kort mogelijk
gelijksoortige termen

Slide 3 - Tekstslide

schrijf zo kort mogelijk:
y = 6h² + 4h²
A
kan niet
B
y=10h2
C
y=10h4
D
y=10

Slide 4 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
65 cm = ..... m
A
0,65 m
B
650 m
C
6,5 m
D
6500 m

Slide 5 - Quizvraag

schrijf zo kort mogelijk:
m = 2d + 2d² + 3d
A
m=5d+2d2
B
kan niet korter
C
m=7d4
D
m=5d2+2d2=7d2

Slide 6 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
5 mm = ..... cm
A
0,5 cm
B
50 cm
C
500 cm
D
5000 cm

Slide 7 - Quizvraag

schrijf zo kort mogelijk:
p = 2k x k + 3k²
A
p=3k+3k2
B
p=2k2+3k2=5k2
C
p=2k2+3k2=5k4
D
kan niet korter

Slide 8 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
86 m = ..... mm
A
86 mm
B
8600 mm
C
8,6 mm
D
86000 mm

Slide 9 - Quizvraag

gegeven de formule: y = -2x + 6
neem x=3
wat wordt y?
A
y=7
B
y=12
C
y=0

Slide 10 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
500 m = ..... km
A
0,5 km
B
5 km
C
50 km
D
500 km

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de grafiek
Als x=0 dan:
A
y=0
B
y=-2
C
y=1
D
vind je het snijpunt met de y-as

Slide 12 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
70 dm = ..... mm
A
700 mm
B
7000 mm
C
70000 mm
D
70 mm

Slide 13 - Quizvraag

Stel een formule op bij de grafiek
A
y = 1 + x
B
y = 1 + 0,5x
C
y = 1 + 1x
D
y = -2 + x

Slide 14 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
3400 cm = ..... dm
A
34 dm
B
3400 dm
C
3,4 dm
D
340 dm

Slide 15 - Quizvraag

stel een formule op bij de grafiek
A
y = 1 - 2x
B
y = 2 - 2x
C
y = 2 - x
D
y = 2 + 2x

Slide 16 - Quizvraag

Lengtematen omrekenen
12 km = ..... m
A
12 m
B
1200 m
C
12000 m
D
120 m

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Woordweb

hellingsgetal?

Slide 19 - Tekstslide

beginwaarde?

Slide 20 - Tekstslide

Lengtematen omrekenen
70 dm2 = ..... cm2
A
70 cm2
B
700 cm2
C
7.000 cm2
D
70.000 cm2

Slide 21 - Quizvraag

Herleid
6a+9b+9
A
15a+18b
B
24ab
C
6a+18b
D
6a+9b+9

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de omtrek?

A
13 cm
B
6,5 cm
C
12,5 cm
D
10 cm²

Slide 23 - Quizvraag

Herleid
6a9b
A
a6b9
B
15ab
C
54ab
D
6a9b

Slide 24 - Quizvraag

Hoe bereken je de omtrek
van de driehoek en
wat is de omtrek?

A
4 cm + 5 cm + 2,5 cm
B
omtrek = 4 cm + 5 cm + 2,5 cm = 11,5 cm
C
4 x 5 = 20 cm²

Slide 25 - Quizvraag

Herleid
b315a6b9
A
5a2b3
B
5a6b6
C
15a6b6
D
15a6b3

Slide 26 - Quizvraag

Herleid
3ab8ab+7a2b
A
2a2b
B
5ab+7a2b
C
2a4b3
D
3ab8ab+7a2b

Slide 27 - Quizvraag


Wat is de omtrek?

A
76 dm
B
95 dm
C
114 dm
D
133 dm

Slide 28 - Quizvraag

Herleid
3r55r3
A
8r8
B
8r15
C
15r15
D
15r8

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
8 cm
B
11 cm
C
3 cm
D
22 cm

Slide 30 - Quizvraag


3(x+2y)=
A
3x+2y
B
3x+6y
C
5xy
D
6xy

Slide 31 - Quizvraag

Herleid
3a+a8a
A
8a2+3a
B
11a
C
12a
D
32a2

Slide 32 - Quizvraag

schrijf korter op:
K = 3a + 6a - 2t - 3a + 4t + 3a
A
K = 9a + 2t
B
K = 6a - 2t
C
k = 9a + 6t
D
k = 6a + 2t

Slide 33 - Quizvraag

bereken de omtrek als h =6 en x = 5
A
34
B
27
C
32
D
42

Slide 34 - Quizvraag

bereken de omtrek als h=2 en x=3
A
18
B
15
C
20
D
16

Slide 35 - Quizvraag

Schrijf zo kort mogelijk
Q = 3p x 10p
A
Q=30p
B
Q=13p2
C
Q=13p
D
Q=30p2

Slide 36 - Quizvraag

Schrijf zo kort mogelijk
formule: C = 6t x 0,5t
A
C=3t2
B
C=30t
C
C=30t2
D
C=3t

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een kwadratische formule?
hoe ziet die grafiek er uit?  

Slide 38 - Tekstslide

y = x²
Maak in je schrift een tabel



teken de bijbehorende grafiek
x
0
y

Slide 39 - Tekstslide

we noemen dit: een parabool
formule: y = x² - 2

Hoe kun je aantonen dat het punt
P(2,2) óp deze grafiek ligt?

Ligt Q(3, 4) ook op deze grafiek?

Slide 40 - Tekstslide

Van welke grafiek ligt de top op (0,8)

A
B
C
D

Slide 41 - Quizvraag

In welke kwadrant ligt
(-2 , 5)
A
kwadrant 1
B
kwadrant 2
C
kwadrant 3
D
kwadrant 4

Slide 42 - Quizvraag

Punt (-3,2) ligt in kwadrant?
A
I
B
II
C
III
D
IV

Slide 43 - Quizvraag

Gegeven is de formule:

Bereken y als x = 4
y=x2+2
A
y = 18
B
y = 6
C
y = 4
D
y = 10

Slide 44 - Quizvraag

huiswerk
HV: maken gemengde opgaven blz. 194 + 195
TL: maken blz. 74 + 75

Slide 45 - Tekstslide