20-4 voorbereiding toets

Voorbereiding toets
Proeftoets maken
Ik ben voorbereid op de toets van morgen
Laatste puntjes op de i
Nederlands
20 april
Proeftoets nakijken 
Hebben we alle doelen behaald?
Morgen toets hoofdstuk 5!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding toets
Proeftoets maken
Ik ben voorbereid op de toets van morgen
Laatste puntjes op de i
Nederlands
20 april
Proeftoets nakijken 
Hebben we alle doelen behaald?
Morgen toets hoofdstuk 5!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woord van de week
Wie?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van het tekstdoel informeren

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van het tekstdoel amuseren

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van het tekstdoel 'iets laten doen'

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor woordsoort is dit?
-heid
A
samenstelling
B
voorvoegsel
C
achtervoegsel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor woordsoort is dit?
on-
A
Samenstelling
B
Voorvoegsel
C
Achtervoegsel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefentoets bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 Wat is het onderwerp van de tekst?
  
A Amerikaanse chocolade
B Sue Calhoun
C tand in chocoladereep
D vrouw mist tand
3 Wat voor soort tekst is dit?


A flyer
B nieuwsbericht
C recept
D verhaal


Slide 9 - Tekstslide

2 C
3B

4 Wat is het doel van de tekst?


A de schrijver wil je amuseren
B de schrijver wil je iets laten doen
C de schrijver wil je iets leren
D de schrijver wil je informatie geven
5 Waarom vond Sue de kies vies (alinea 2)?

A het was een vieze kies
B kiezen horen niet in chocolade
C ze wist niet van wie de kies was
D ze wordt snel misselijk



Slide 10 - Tekstslide

4 D informatie geven
5 C
6 Je kunt zeggen dat Sue nog steeds last heeft van de vondst van de kies, maar je kunt ook zeggen van niet. Leg uit waarom wel en waarom niet.

7 Welke zin vat de tekst het best samen?
A De fabrikant stuurt een vrouw uit Texas chocoladerepen.
B Een vrouw uit Amerika lust geen chocoladerepen meer.
C Een vrouw uit Texas vindt chocoladerepen vies.
D Een vrouw uit Texas vond een kies in haar chocoladereep.

Slide 11 - Tekstslide

6 - wel, want ze houdt niet meer van chocolade
  - niet, want haar tanden zijn niet afgebroken
 7 D Een vrouw uit Texas vond een kies in haar chocoladereep.

Vraag 12 en 13
[Tekst 2]
Vorige week is vlakbij het station op de spoorwegovergang een jongen aangereden door een trein. De jongen had haast, want hij wilde een trein halen. Hij werd direct door een traumahelikopter opgehaald. Als je onder een gesloten spoorboom doorgaat, moet je wel hersenloos zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12: betekenis traumahelikopter =
helikopter die ernstig gewonden naar het ziekenhuis brengt

13: hersenloos = dom

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
16 Lotte deed een ingewikkelde oefening tijdens de kampioenschapswedstrijd.
lidwoord =
zelfstandig naamwoord =
werkwoord =
bijvoeglijk naamwoord =

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten
17 Zullen we afspreken bij de houten bankjes in het park?
lidwoord =
zelfstandig naamwoord =
werkwoord =
bijvoeglijk naamwoord =

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Kijk nu zelf de oefentoets na met de antwoorden die je via de mail krijgt. 

Heb je bij een onderdeel veel fouten? Besteed dan nog extra tijd aan het leren van dit onderdeel!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip:

Woordenschat nog eens goed bestuderen! Ook de betekenissen van de moeilijke woorden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies